ECLI:NL:RBDHA:2024:7255

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 mei 2024
Publicatiedatum
14 mei 2024
Zaaknummer
NL24.16249, NL24.16251 en NL24.16253
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaken met betrekking tot verantwoordelijkheidskwesties van Kroatië

Op 8 mei 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken NL24.16249, NL24.16251 en NL24.16253, waarin verzoekers, vertegenwoordigd door mr. F.J.M. Schonkeren, een voorlopige voorziening vroegen. De verzoekers, bestaande uit een aantal asielzoekers en hun minderjarige kinderen, hadden eerder asielaanvragen ingediend die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 12 april 2024 waren afgewezen. De reden voor deze afwijzing was dat Kroatië verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvragen van de verzoekers.

De verzoekers stelden beroep in tegen de bestreden besluiten en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, zodat zij niet uit Nederland verwijderd zouden worden tijdens de behandeling van hun beroepen. De voorzieningenrechter heeft de zaak buiten zitting beoordeeld op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht. In de uitspraak van vandaag heeft de rechtbank echter geoordeeld dat de verzoeken om een voorlopige voorziening niet meer nodig zijn, omdat er al een uitspraak is gedaan op de beroepen die aan deze verzoeken ten grondslag lagen.

Daarom heeft de voorzieningenrechter de verzoeken als kennelijk ongegrond afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.L. Weerkamp, in aanwezigheid van mr. A.S. Hamans, griffier, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummers: NL24.16249, NL24.16251 en NL24.16253

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[naam verzoeker] , verzoeker 1, V-nummer: [V-nr.]

[naam verzoekster], verzoekster, V-nummer: [V-nr.]
mede namens hun minderjarige kinderen
[naam kind 1]en
[naam kind 2]
[naam verzoeker 2], verzoeker 2, V-nummer: [V-nr.]
hierna gezamenlijk te noemen: verzoekers
(gemachtigde: mr. F.J.M. Schonkeren),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Inleiding

In drie besluiten van 12 april 2024 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de asielaanvragen van verzoekers niet in behandeling genomen omdat Kroatië daarvoor verantwoordelijk is.
Verzoekers hebben beroepen (NL24.16248, NL24.16250 en NL24.16252) ingesteld tegen de bestreden besluiten. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, die inhoudt dat zij niet uit Nederland worden verwijderd gedurende de behandeling van de beroepen.
De voorzieningenrechter doet uitspraak buiten zitting op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

1. In de uitspraak van vandaag met zaaknummers NL24.16248, NL24.16250 en NL24.16252 heeft de rechtbank beslist op de beroepen waarop deze verzoeken om een voorlopige voorziening betrekking hebben. Een voorlopige voorziening is dus niet meer nodig. Om die reden worden de verzoeken als kennelijk ongegrond afgewezen.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.L. Weerkamp, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.S. Hamans, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.