ECLI:NL:RBDHA:2024:735

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 januari 2024
Publicatiedatum
24 januari 2024
Zaaknummer
NL24.1655
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen maatregel van bewaring in vreemdelingenrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 januari 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser van Marokkaanse nationaliteit. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 29 augustus 2023 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft tegen het voortduren van deze maatregel beroep ingesteld, geregistreerd onder zaaknummer NL24.508. Op 16 januari 2024 heeft de staatssecretaris een kennisgeving van het voortduren van de bewaring aan de rechtbank verzonden, welke kennisgeving gelijkgesteld werd met een door eiser ingesteld beroep onder het onderhavige zaaknummer NL24.1655.

De rechtbank heeft beide beroepen gelijktijdig behandeld op 19 januari 2024, waarbij eiser aanwezig was in het detentiecentrum in Rotterdam en zijn gemachtigde en een tolk in de rechtbank in Groningen. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Na sluiting van het onderzoek ter zitting heeft de rechtbank overwogen dat de staatssecretaris de kennisgeving onnodig heeft gedaan, aangezien eiser al op 5 januari 2024 beroep had ingesteld tegen het voortduren van de bewaring. Hierdoor had eiser geen procesbelang bij de beoordeling van het beroep dat door de kennisgeving was ingediend.

De rechtbank heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, rechter, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.1655

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser,

geboren op [datum],
van Marokkaanse nationaliteit,
V-nummer: [nummer],
(gemachtigde: mr. E.J.P. Cats),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris,

(gemachtigde: mr. P.A.L.A van Ittersum).

Procesverloop

De staatssecretaris heeft op 29 augustus 2023 aan eiser de maatregel van bewaring op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) opgelegd. Deze maatregel duurt nog voort
.
Eiser heeft tegen het voortduren van de maatregel van bewaring beroep ingesteld. Dit beroep is geregistreerd onder zaaknummer NL24.508.
De staatssecretaris heeft op 16 januari 2024 voor eiser een kennisgeving voortduren bewaring aan de rechtbank verzonden. Deze kennisgeving wordt gelijkgesteld met een door eiser ingesteld beroep. Dit beroep is geregistreerd onder het onderhavige zaaknummer.
De rechtbank heeft het beroep, gelijktijdig met het beroep met zaaknummer NL24.508, op 19 januari 2024 met behulp van telehoren op zitting behandeld. Eiser is verschenen in het detentiecentrum in Rotterdam. De gemachtigde van eiser en de tolk zijn verschenen op de rechtbank in Groningen. De staatssecretaris heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten.

Overwegingen

1. De rechtbank is van oordeel dat de staatssecretaris de kennisgeving onnodig heeft gedaan, omdat eiser zelf al op 5 januari 2024 beroep tegen het voortduren van de bewaring heeft ingesteld. De rechtbank heeft het beroep van eiser dat is geregistreerd onder zaaknummer NL24.508 bovendien inhoudelijk beoordeeld. Deze omstandigheden maken dat eiser geen procesbelang heeft bij een beoordeling van het onderhavige beroep dat door de kennisgeving als zodanig namens eiser is ingediend.
2. De rechtbank zal daarom dit beroep niet ontvankelijk verklaren.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, rechter, in aanwezigheid van mr. K.E. Mulder, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.