ECLI:NL:RBDHA:2024:7519
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de afwijzing van een WIA-uitkering en de zorgvuldigheid van het medisch onderzoek
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 27 mei 2024, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar WIA-uitkering beoordeeld. Eiseres had haar aanvraag voor een WIA-uitkering ingediend na een periode van ziekte, maar haar aanvraag werd afgewezen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) op basis van een arbeidsongeschiktheidspercentage van 2,10%, dat later werd aangepast naar 25,68% na bezwaar. De rechtbank behandelt de argumenten van eiseres, die stelt dat het medisch onderzoek onzorgvuldig is uitgevoerd en dat haar klachten niet juist zijn geduid. De rechtbank concludeert dat het medisch onderzoek zorgvuldig is verricht en dat de rapporten van de verzekeringsartsen geen tegenstrijdigheden bevatten. Eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat de rapporten niet aan de vereisten voldoen. De rechtbank oordeelt dat de verzekeringsarts b&b voldoende gemotiveerd heeft waarom een spreekuurcontact niet nodig was en dat de medische informatie die beschikbaar was, voldoende was voor een zorgvuldige beoordeling. De rechtbank wijst ook de argumenten van eiseres af dat de geduide functies ongeschikt zijn, en concludeert dat de arbeidsdeskundige b&b de functies adequaat heeft beoordeeld. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres per 13 juni 2022 geen recht heeft op een WIA-uitkering.