10.1.Voorts staat in dit IB dat van vreemdelingen van wie de afvalligheid geloofwaardig is geacht, van belang is om conform Werkinstructie 2022/3 te onderzoeken en beoordelen of de uitingen van de afvalligheid die ervoor zouden zorgen dat zij in de negatieve aandacht zouden komen te staan van belang zijn voor het behoud van hun religieuze identiteit, hoe en waarom de vreemdelingen in het land van herkomst uiting gaven aan hun overtuiging en zij dit in Nederland hebben gedaan en of en waarom zij dit bij terugkeer (anders) zouden willen doen en of dit geloofwaardig is. Dit maakt reeds onderdeel uit van de geloofwaardigheidsbeoordeling van de religieuze overtuiging. Als de vreemdeling in het land van herkomst en in Nederland zijn afvalligheid terughoudend of niet actief heeft geuit, dan is het in beginsel niet aannemelijk dat de vreemdeling in het geval van een eventuele ondervraging door de autoriteiten op de luchthaven zal verklaren dat hij afvallig is. In dit geval is er, anders gezegd, in beginsel namelijk geen blijk dat dit voor de vreemdeling van belang is voor het behoud van zijn religieuze identiteit. Op grond van de verklaringen van de vreemdeling ten aanzien van het uiten van zijn overtuiging, mag dan ook verwacht worden dat hij niet verklaart afvallig te zijn.
11. Ter zitting is het Algemeen ambtsbericht Iran van september 2023 met partijen besproken. Volgens de staatssecretaris geeft dit ambtsbericht geen ander beeld dan het vorige ambtsbericht. Eiser heeft erop gewezen dat afvalligheid strafbaar is in Iran. Dit blijkt ook uit informatie in het ambtsbericht.Verder is in het ambtsbericht het volgende opgenomen“Als het gaat om afvalligen, zal niemand daar zomaar vragen over stellen. Dat betekent dat iemand in de praktijk in gedachten afscheid kan nemen van de islam en zich in woord en gebaar kan onthouden van gedrag dat gelovig is. Op zichzelf beïnvloedt iemands afvalligheid de maatschappelijke en juridische positie van deze persoon niet, omdat deze nog altijd als een moslim wordt beschouwd. Uiteindelijk zal doorslaggevend zijn hoe iemand de eigen geloofsovertuiging uitdraagt en of iemand voor een andere geloofsovertuiging evangeliseert dan wel of iemand het andere geloof dan wel het atheïsme voor zich houdt en een laag profiel heeft. Desondanks kan niet worden uitgesloten dat afvalligen een risico op strafrechtelijke vervolging lopen zonder dat zij hun afvalligheid uitdragen. Dat is afhankelijk van de individuele omstandigheden in een zaak.”
12. In het ambtsbericht wordt onder meer het volgende vermeld over terugkeer naar Iran. Het valt op als iemand terugreist op een laissez-passer. In dat geval is het risico groot dat de autoriteiten de terugkeerder bij aankomst ondervragen over het verblijf in het buitenland.Ook kan het bij terugkeer een rol spelen hoe lang iemand is weggeweest uit Iran. Als iemand lange tijd in het buitenland heeft verbleven, valt het meteen op en is het risico groot dat hij of zij bij aankomst zal worden ondervraagd over dat verblijf.
13. Verder kan volgens een bron die in het ambtsbericht wordt aangehaald de religieuze achtergrond een rol spelen als de autoriteiten weten dat iemand in het buitenland van religie is veranderd. Het ambtsbericht vermeldt ook dat volgens een andere bron de autoriteiten in sommige gevallen vragen stellen aan de terugkeerder als zij weten dat diegene is bekeerd tot het christendom of als zij weten dat die een bekering tot het christendom als motief heeft gebruikt bij een asielaanvraag.Het ambtsbericht haalt ook een bron aan volgens wie de autoriteiten bijna iedereen, van wie zij weten dat ze asiel hebben aangevraagd, ondervragen om te onderzoeken wat de reden voor de asielaanvraag was en of zij geen politieke of religieuze activiteiten hebben ondernomen.
14. De rechtbank overweegt dat eiser heeft verklaard Iran in 2017 te hebben verlaten. In april 2019 heeft hij een asielaanvraag in Nederland ingediend. Blijkens zijn verklaringen lag zijn paspoort bij hem thuis in Iran, maar eiser weet niet wat er met het document is gebeurd. Dit paspoort is inmiddels verlopen. Gelet op deze omstandigheden en de informatie in het ambtsbericht over terugkeer bestaat de kans dat eiser bij terugkeer wordt ondervraagd door de autoriteiten van Iran. Dat die kans er is, is tussen partijen ook niet in geschil. Dit blijkt ook uit IB 2023/35 en is ook ter zitting door de gemachtigde van de staatssecretaris bevestigd. Volgens de staatssecretaris heeft eiser echter niet aannemelijk gemaakt dat hij bij terugkeer, in het geval van ondervraging door de Iraanse autoriteiten, een reëel risico loopt op schending van artikel 3 EVRM, omdat hij, samengevat, een laag profiel heeft wat betreft het uiten van zijn afvalligheid, en van hem mag worden verwacht dat hij zich bij terugkeer zo gedraagt dat hij daardoor niet in de problemen komt.
15. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de staatssecretaris dit standpunt onvoldoende gemotiveerd. Eiser heeft aangegeven dat hij niet wil liegen over zijn afvalligheid. Daarnaast speelt een rol dat de staatssecretaris niet heeft onderzocht hoe eiser in Nederland invulling geeft aan zijn afvalligheid. De staatssecretaris heeft aangenomen dat eiser heeft deelgenomen aan demonstraties in Nederland. Nu eiser sinds het nader gehoor, waarin hij is bevraagd over zijn afvalligheid, al weer tweeënhalf jaar in Nederland is, had het naar het oordeel van de rechtbank in de rede gelegen om eiser nader te bevragen over de invulling van zijn afvalligheid in Nederland. De rechtbank is van oordeel dat de staatssecretaris dit alsnog moet doen. Op grond van IB 2023/35 moet de staatssecretaris eiser vervolgens ook vragen of en waarom hij de uiting van zijn afvalligheid bij terugkeer (anders) zou willen doen en beoordelen of dit geloofwaardig is. Met de huidige motivering van de staatssecretaris over het lage profiel van eiser zonder eiser nader te horen over de concrete invulling die hij geeft aan zijn afvalligheid sinds het nader gehoor, heeft de staatssecretaris onvoldoende gemotiveerd dat eiser niet onder de werking van het Vluchtelingenverdrag valt dan wel bij terugkeer naar Iran geen reëel risico loopt op schending van artikel 3 EVRM.
16. Gelet op het voorgaande kan hetgeen eiser overigens heeft aangevoerd onbesproken blijven. Ook ziet de rechtbank geen aanleiding voor heropening van het onderzoek om eiser in de gelegenheid te stellen stukken in te dienen over een bedreiging, zoals ter zitting verzocht.