ECLI:NL:RBDHA:2024:7625
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake asielaanvraag door niet tijdig beslissen van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 21 mei 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarbij eiser, vertegenwoordigd door mr. M.A. Krikke, beroep heeft ingesteld tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser stelde dat de Staatssecretaris niet tijdig had beslist op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De rechtbank heeft partijen geïnformeerd dat een zitting niet nodig was en het onderzoek gesloten zonder behandeling op een zitting.
De rechtbank overweegt dat als een bestuursorgaan niet tijdig beslist, de betrokkene eerst een ingebrekestelling moet indienen. Eiser betwistte dat de beslistermijn geldig was verlengd door het besluit WBV 2023/3, dat de beslistermijnen voor asielaanvragen verlengt. De rechtbank oordeelt echter dat de asielaanvraag van eiser onder de WBV 2023/3 valt, waardoor de beslistermijn met negen maanden is verlengd. Dit betekent dat de ingebrekestelling van eiser te vroeg was ingediend.
Daarom concludeert de rechtbank dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van beroep wegens niet tijdig beslissen. Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 21 mei 2024.