ECLI:NL:RBDHA:2024:7809
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige voortduring van de maatregel van bewaring en schadevergoeding in vreemdelingenzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 mei 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring die aan eiser was opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, van Gambiaanse nationaliteit, had beroep ingesteld tegen het voortduren van de maatregel van bewaring, die op 18 september 2023 was opgelegd. De rechtbank overweegt dat de verantwoordelijkheid voor het inplannen van een presentatie in persoon bij eiser zelf lag, nadat hij voor de tweede keer niet was verschenen op een ingeplande presentatie. De rechtbank concludeert dat er geen zicht op uitzetting meer was, omdat de staatssecretaris geen nieuwe uitzettingshandelingen had verricht gedurende een periode van 33 dagen. De rechtbank oordeelt dat de voortduring van de maatregel van bewaring onrechtmatig was vanaf 1 mei 2024, drie weken na de laatste uitzettingshandeling. Eiser heeft recht op schadevergoeding voor de onrechtmatige detentie, die is vastgesteld op € 1.300,00. Daarnaast wordt de staatssecretaris veroordeeld tot het betalen van proceskosten aan eiser ter hoogte van € 2.625,00. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.