ECLI:NL:RBDHA:2024:7827
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Besluit tot plaatsing in Handhavings- en Toezichtlocatie (HTL) en vrijheidsbeperking van asielzoeker na incidenten
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over de plaatsing van een asielzoeker in een Handhavings- en Toezichtlocatie (HTL) en de opgelegde vrijheidsbeperkende maatregelen. De eiser, van onbekende nationaliteit, was eerder in de opvang van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) en had zich schuldig gemaakt aan meerdere incidenten, waaronder fysieke en verbale agressie. Op 11 maart 2024 heeft het COA besloten om eiser in de HTL te plaatsen en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft een maatregel van beperking van de vrijheid opgelegd. Eiser heeft tegen deze besluiten beroep ingesteld, waarbij hij verzocht om schadevergoeding.
De rechtbank heeft de beroepen op 17 mei 2024 behandeld. Eiser heeft de incidenten betwist en aangevoerd dat de opgelegde maatregelen te zwaar zijn. De rechtbank oordeelt dat het COA de bestreden besluiten voldoende heeft onderbouwd en dat de incidenten terecht zijn aangemerkt als gedragingen met een zeer grote impact. De rechtbank concludeert dat de plaatsing in de HTL en de vrijheidsbeperking niet in strijd zijn met artikel 5 van het EVRM, aangezien eiser de mogelijkheid had om de HTL vrijwillig te verlaten. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.