ECLI:NL:RBDHA:2024:827
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht in bestuursrechtelijke procedure
Op 25 januari 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak AWB 23/12695, waarin eiseres, woonachtig in Rotterdam, beroep heeft ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing op haar bezwaar voor een machtiging tot voorlopig verblijf (MVV). De rechtbank heeft het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiseres het verschuldigde griffierecht van € 184,- niet tijdig heeft betaald. De rechtbank heeft vastgesteld dat de griffier eiseres op 3 november 2023 heeft geïnformeerd over de verplichting tot betaling van het griffierecht en dat dit binnen twee weken voldaan moest zijn. Eiseres heeft echter geen tijdige betaling verricht en heeft geen verontschuldiging gegeven voor dit verzuim.
De rechtbank heeft in haar beoordeling benadrukt dat het niet tijdig betalen van het griffierecht niet verontschuldigbaar is, wat betekent dat er geen goede reden is gegeven voor het niet (tijdig) betalen. Hierdoor is de rechtbank genoodzaakt om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren, wat inhoudt dat er geen inhoudelijke beoordeling van de zaak plaatsvindt en het bestreden besluit in stand blijft. De rechtbank heeft ook aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, rechter, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.