ECLI:NL:RBDHA:2024:829

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 januari 2024
Publicatiedatum
25 januari 2024
Zaaknummer
awb 23-7926
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in het bestuursrechtelijke bezwaar van een Oekraïense verzoekster tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

Op 30 juni 2023 heeft de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid besloten dat de verzoekster, een Oekraïense met een V-nummer, niet onder de Richtlijn Tijdelijke Bescherming valt. Hiertegen heeft verzoekster bezwaar gemaakt. Op 19 juli 2023 heeft verzoekster verzocht om een voorlopige voorziening te treffen in afwachting van de beslissing op haar bezwaar. De Staatssecretaris heeft op 8 november 2023 op het bezwaarschrift beslist, maar verzoekster heeft geen beroep ingesteld tegen deze beslissing.

De rechtbank, zittende in Groningen, heeft op basis van artikel 8:83, derde lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat, nu verzoekster geen rechtsmiddelen heeft aangewend tegen de beslissing van 8 november 2023, de vereiste connexiteit aan het verzoek om voorlopige voorziening is komen te ontvallen. Dit betekent dat het verzoek om voorlopige voorziening kennelijk niet-ontvankelijk is.

De voorzieningenrechter heeft in zijn beslissing aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, in aanwezigheid van griffier B.A. van der Wiel, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 23 / 7926

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoekster], verzoekster

geboren op [geboortedatum],
van Oekraïense nationaliteit,
V-nummer: [vnummer]
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

Procesverloop

1.1
Bij besluit van 30 juni 2023 heeft verweerder beslist dat verzoekster niet onder de Richtlijn Tijdelijke Bescherming valt. Verzoekster heeft hiertegen bezwaar gemaakt.
1.2
Verzoekster heeft bij brief van 19 juli 2023 verzocht om een voorlopige voorziening te treffen hangende het gemaakte bezwaar tegen verweerders besluit van 30 juni 2023.
1.3
Verweerder heeft op 8 november 2023 beslist op het bezwaarschrift van verzoekster.
1.4
Verzoekster heeft geen beroep ingesteld tegen de beslissing op het bezwaarschrift.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:83, derde lid van de Algemene wet
bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Op grond van artikel 8:81 Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank, bezwaar is gemaakt, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
3. Aangezien verweerder bij besluit van 8 november 2023 op het bezwaar van verzoekster heeft beslist, waartegen verzoekster vervolgens geen rechtsmiddelen heeft aangewend, is, gelet op artikel 8:81, tweede lid, Awb de vereiste connexiteit aan het verzoek komen te ontvallen.
4. Het verzoek is daarom kennelijk niet-ontvankelijk
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van
B.A. van der Wiel, griffier
,en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.