ECLI:NL:RBDHA:2024:8394

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 mei 2024
Publicatiedatum
31 mei 2024
Zaaknummer
10609335 MB VERZ 23-20580
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeersboete en wraking in kantonrechtspraak met betrekking tot hoorplicht en redelijke termijn

In deze zaak heeft de kantonrechter uitspraak gedaan over een verkeersboete van € 49,- die aan de betrokkene was opgelegd. De betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. De procedure kende een wrakingsverzoek van de gemachtigde, dat deels niet-ontvankelijk en deels ongegrond werd verklaard door de wrakingskamer. De zitting vond plaats op 20 december 2023, waarna een tweede zitting op 23 mei 2024 volgde. De kantonrechter heeft de beroepsgronden van de gemachtigde, te weten de schending van de hoorplicht en de overschrijding van de redelijke termijn, beoordeeld. De kantonrechter oordeelde dat de schending van de hoorplicht weliswaar was vastgesteld, maar dit leidde niet tot een vermindering van de boete, enkel tot de vernietiging van de beslissing van de officier van justitie. De beroepsgrond over de redelijke termijn werd afgewezen, omdat de termijn niet was overschreden. De kantonrechter verklaarde het kantonberoep gegrond, vernietigde de beslissing van de officier van justitie en verklaarde het administratief beroep ongegrond. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Zittingsplaats Den Haag
CJIB-nummer: [nummer]
Registratienummer team straf: 10609335 MB VERZ 23-20580
Uitspraakdatum : 29 mei 2024
Beslissing van de kantonrechter, tevens houdende het opgemaakte proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
wonende dan wel gevestigd te: [postcode] [plaats]
[adres] , nader ook te noemen: betrokkene
Gemachtigde: mr. B. de Jong (Skandara)

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een verkeersboete opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zitting was op 20 december 2023 in Gouda. De gemachtigde en de vertegenwoordiger van de officier van justitie (vertegenwoordiger) waren er. Bij die gelegenheid heeft de gemachtigde de kantonrechter gewraakt. Het onderzoek is vervolgens geschorst. Het proces-verbaal van die zitting wordt hier herhaald en ingelast.
Bij beslissing van 26 februari 2024 heeft de wrakingskamer van deze rechtbank het verzoek deels niet-ontvankelijk en voor het overige ongegrond verklaard.
De tweede zitting was op 23 mei 2024 in Den Haag. De gemachtigde was er niet, maar wel correct opgeroepen. De vertegenwoordiger was er wel. De zaak is voortgezet in de stand van het geding.

Overwegingen

Verkeersboete
Het gaat om een bedrag van € 49,- (inclusief administratiekosten) voor feitcode VG006.
Gronden en standpunten
De gemachtigde heeft twee beroepsgronden aangevoerd:
- De hoorplicht is geschonden;
- De redelijke termijn is overschreden.
Ter zitting heeft de vertegenwoordiger aangegeven dat beide beroepsgronden slagen. Dit moet leiden tot een matiging van 25% (hoorplicht) en vervolgens tot een nadere matiging van 25% (redelijke termijn). Ook is er reden voor een proceskostenveroordeling.
Oordeel
De beroepsgrond over de schending van de hoorplicht slaagt. De kantonrechter is echter van oordeel dat dit niet langer leidt tot matiging van de verkeersboete, maar uitsluitend tot vernietiging van de beslissing van de officier van justitie. De kantonrechter verwijst hiervoor naar de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 21 september 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:14202.
De beroepsgrond over schending van de redelijke termijn slaagt niet. Uit het zaakoverzicht blijkt dat de verkeersboete in eerste instantie onherstelbaar retour is gekomen. Vervolgens is een tweede poging gewaagd op 5 april 2022. De kantonrechter hanteert deze datum als het begin van de redelijke termijn. De eerste zitting was op 20 december 2023. De gemachtigde heeft de kantonrechter toen vruchteloos gewraakt. Dat vervolgens een tweede zitting moest worden ingepland, komt voor rekening en risico van betrokkene. Op laatstgenoemde datum was de redelijke termijn nog niet overschreden.
Het kantonberoep is gegrond. De beslissing van de officier van justitie moet worden vernietigd. Het administratief beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding.

Beslissing

De kantonrechter:
- verklaart het kantonberoep gegrond;
- vernietigt de beslissing van de officier van justitie;
- verklaart het administratief beroep ongegrond.
Dit is de uitspraak van mr. J.R.K.A.M. Waasdorp, kantonrechter, bijgestaan door
S.S.J. Hausil, griffier en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.