ECLI:NL:RBDHA:2024:8394
Rechtbank Den Haag
- Proces-verbaal
- J.R.K.A.M. Waasdorp
- S.S.J. Hausil
- Rechtspraak.nl
Verkeersboete en wraking in kantonrechtspraak met betrekking tot hoorplicht en redelijke termijn
In deze zaak heeft de kantonrechter uitspraak gedaan over een verkeersboete van € 49,- die aan de betrokkene was opgelegd. De betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. De procedure kende een wrakingsverzoek van de gemachtigde, dat deels niet-ontvankelijk en deels ongegrond werd verklaard door de wrakingskamer. De zitting vond plaats op 20 december 2023, waarna een tweede zitting op 23 mei 2024 volgde. De kantonrechter heeft de beroepsgronden van de gemachtigde, te weten de schending van de hoorplicht en de overschrijding van de redelijke termijn, beoordeeld. De kantonrechter oordeelde dat de schending van de hoorplicht weliswaar was vastgesteld, maar dit leidde niet tot een vermindering van de boete, enkel tot de vernietiging van de beslissing van de officier van justitie. De beroepsgrond over de redelijke termijn werd afgewezen, omdat de termijn niet was overschreden. De kantonrechter verklaarde het kantonberoep gegrond, vernietigde de beslissing van de officier van justitie en verklaarde het administratief beroep ongegrond. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.