ECLI:NL:RBDHA:2024:8628
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Vervolgberoep bewaring op grond van artikel 59b Vw met betrekking tot asielprocedure en rechtmatigheid van de maatregel
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, op 4 juni 2024 uitspraak gedaan in een vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring die aan eiser, een Oezbeekse nationaliteit hebbende asielzoeker, was opgelegd op 16 april 2024. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel, waarbij hij ook schadevergoeding heeft verzocht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring is gebaseerd op artikel 59b, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) en dat eiser rechtmatig verblijf heeft in het kader van zijn lopende asielprocedure. De rechtbank heeft eerder, op 1 mei 2024, de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring beoordeeld en vastgesteld dat deze tot dat moment rechtmatig was. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting achterwege gelaten en op 3 juni 2024 het onderzoek gesloten.
Eiser heeft aangevoerd dat er geen redelijk vooruitzicht is op uitzetting en dat verweerder onvoldoende voortvarend handelt in zijn asielprocedure. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat de voortgang van de asielprocedure voldoende is en dat er geen aanleiding is om het zicht op uitzetting te beoordelen, aangezien de maatregel van bewaring niet gericht is op terugkeer naar het land van herkomst. De rechtbank heeft geen onregelmatigheden vastgesteld die de maatregel onrechtmatig zouden maken en heeft het beroep ongegrond verklaard, evenals het verzoek om schadevergoeding. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr. S.S. van der Velde, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.