ECLI:NL:RBDHA:2024:8937

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 juni 2024
Publicatiedatum
10 juni 2024
Zaaknummer
NL24.20199
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met verwijzing naar verantwoordelijkheid Zwitserland

In de zaak tussen [naam], verzoeker, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 10 juni 2024 uitspraak gedaan. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoeker had op 7 mei 2024 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de Staatssecretaris niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Zwitserland verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag van verzoeker.

Verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 4 juni 2024, maar verzoeker is niet verschenen, terwijl de verweerder zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, mr. D.L. Boer. Tijdens de zitting werd ook een andere zaak, NL24.20198, behandeld. De voorzieningenrechter heeft in die zaak op dezelfde dag uitspraak gedaan, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening in deze zaak kwam te vervallen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, in aanwezigheid van griffier mr. M.C. Drenten-Boon, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.20199

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoeker

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. A. Szirmai),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. D.L. Boer).

Procesverloop

Bij besluit van 7 mei 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Zwitserland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL24.20198, op 4 juni 2024 op zitting behandeld. Verzoeker is, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.20198, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van
mr. M.C. Drenten-Boon, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.