ECLI:NL:RBDHA:2024:9103

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 juni 2024
Publicatiedatum
12 juni 2024
Zaaknummer
NL24.17629, NL24.17633, NL24.17631, NL24.17635 en NL24.17638
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing voorlopige voorziening voor Syrische statushouders in asielprocedure

Op 11 juni 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, uitspraak gedaan in de zaken met de nummers NL24.17629, NL24.17633, NL24.17631, NL24.17635 en NL24.17638. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 22 april 2024 de aanvragen van de verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard. De verzoekers, die van Syrische nationaliteit zijn, hebben hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op 28 mei 2024 de verzoeken behandeld, waarbij de verzoekers werden bijgestaan door hun gemachtigde, mr. W.J. Rohlof, en de staatssecretaris werd vertegenwoordigd door mr. M. Gündoğdu. Tijdens de zitting is ook een tolk, Y. Tariyeh, aanwezig geweest.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de verzoekers van Syrische nationaliteit zijn en dat zij op verschillende data zijn geboren. De rechtbank heeft op dezelfde dag uitspraak gedaan in de bodemzaken met de nummers NL24.17628, NL24.17632, NL24.17630, NL24.17634 en NL24.17637, waardoor de voorlopige voorziening niet meer nodig was. De verzoeken om voorlopige voorziening zijn dan ook afgewezen.

Wel heeft de voorzieningenrechter de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van de verzoekers, die zijn vastgesteld op € 875,00. Deze kosten zijn berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij rekening is gehouden met de rechtsbijstand die door een derde beroepsmatig is verleend. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht
zaaknummers: NL24.17629, NL24.17633, NL24.17631, NL24.17635 en NL24.17638
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen [verzoeker 1], verzoeker 1,
V-nummer: [V nummer 1] ,
[verzoekster 1], verzoekster 1, V-nummer: [V nummer 2]
[verzoeker 2], verzoeker 2, V-nummer: [V nummer 3] ,
[verzoekster 2], verzoekster 2, V-nummer: [V nummer 4] ,
[verzoeker 3], verzoeker 3, V-nummer: [V nummer 5] ,
hierna samen: verzoekers, (gemachtigde: mr. W.J. Rohlof),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris, (gemachtigde: mr. M. Gündoğdu).

Procesverloop

Bij besluiten van 22 april 2024 (de bestreden besluiten) heeft de staatssecretaris de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaken NLNL24.17628, NL24.17632, NL24.17630, NL24.17634 en NL24.17637, op 28 mei 2024 op zitting
behandeld. Verzoekers zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Als tolk is verschenen Y. Tariyeh . De staatssecretaris heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Verzoekers stellen van Syrische nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum 1] 1974, op [geboortedatum 2] 1977, op [geboortedatum 3] 1997, op [geboortedatum 4] 2001 en op [geboortedatum 5] 2005
2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL24.17628, NL24.17632, NL24.17630, NL24.17634 en NL24.17637, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
3. Gelet op de uitkomst van de bodemzaak veroordeelt de voorzieningenrechter de staatssecretaris wel in de door verzoekers gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 875,00 (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift met een waarde per punt van € 875,- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
  • wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af;
  • veroordeelt de staatssecretaris in de proceskosten van verzoekers tot een bedrag van
€ 875,00.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van
Z.P. de Wilde, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
11 juni 2024

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.