ECLI:NL:RBDHA:2024:9428
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van asielaanvragen van Russische nationaliteit in het kader van de Dublinverordening en interstatelijk vertrouwensbeginsel ten aanzien van Polen
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, wordt het beroep van twee Russische asielzoekers tegen het niet in behandeling nemen van hun asielaanvragen beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvragen niet in behandeling genomen op grond van de Dublinverordening, waarbij Polen verantwoordelijk wordt geacht voor de behandeling van de aanvragen. De eisers hebben beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, die door de voorzieningenrechter is toegewezen. De rechtbank heeft de beroepen op 20 januari 2023 behandeld, waarbij de eisers en hun gemachtigde aanwezig waren, evenals de vertegenwoordiger van de staatssecretaris.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisers niet aannemelijk hebben gemaakt dat er een reëel risico bestaat op onmenselijke of vernederende behandeling bij overdracht naar Polen, ondanks hun argumenten over anti-Russisch sentiment en systeemfouten in de Poolse asielprocedure. De rechtbank oordeelt dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten aanzien van Polen nog steeds van toepassing is, en dat de Poolse autoriteiten zich aan hun internationale verplichtingen moeten houden. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard, en de eisers krijgen geen vergoeding van hun proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is informatie gegeven over de mogelijkheid tot hoger beroep.