ECLI:NL:RBDHA:2024:9433

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 juni 2024
Publicatiedatum
19 juni 2024
Zaaknummer
NL24.916
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake machtiging tot voorlopig verblijf voor gezinsleden

In deze zaak heeft eiser op 9 januari 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op zijn aanvragen tot het verlenen van een machtiging tot voorlopig verblijf voor zijn echtgenote en twee minderjarige kinderen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid is als verweerder aangemerkt. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.

De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 28 april 2023 heeft aangegeven dat hij de aanvragen intrekt. Hierdoor heeft eiser geen procesbelang meer, wat de rechtbank ertoe heeft gebracht om het beroep kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren. Dit betekent dat de rechtbank niet verder ingaat op de inhoud van de zaak, omdat er geen belang meer is bij een uitspraak.

Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat eiser geen recht heeft op vergoeding van de proceskosten, aangezien het beroep niet-ontvankelijk is verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. M.L. Weerkamp, rechter, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de bekendmaking van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.916

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], eiser,

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. N. Vollebergh),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

1. Eiser heeft op 9 januari 2024 opnieuw beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op zijn aanvragen tot het verlenen van een machtiging tot voorlopig verblijf voor zijn echtgenote en twee minderjarige kinderen.
2. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
3. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

4. De rechtbank stelt vast dat eiser op 28 april 2023 heeft laten weten dat hij de aanvragen intrekt. Verweerder stelt zich dan ook terecht op het standpunt dat eiser geen procesbelang meer heeft. De rechtbank verwijst in dit verband ook naar de uitspraak van deze zittingsplaats. [1] Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
5. Eiser krijgt daarom ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.L. Weerkamp, rechter, in aanwezigheid van A.S.J.I. Hendrickx, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over verzet
Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.