ECLI:NL:RBDHA:2024:9434

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 juni 2024
Publicatiedatum
19 juni 2024
Zaaknummer
NL24.5783
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over de aanvraag van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) door een referent voor zijn vrouw en zeven kinderen. De aanvraag werd ingediend op 22 juni 2023, en de ontvangst werd bevestigd op 6 juli 2023. De wettelijke beslistermijn van 90 dagen werd door de verweerder, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, met drie maanden verlengd, waardoor een besluit uiterlijk op 4 januari 2024 genomen had moeten worden. Eisers hebben op 15 februari 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit, maar de rechtbank oordeelt dat de ingebrekestelling op 22 december 2023 prematuur was, omdat de wettelijke beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Hierdoor was het beroep niet-ontvankelijk, aangezien niet voldaan was aan de vereisten van artikel 6:12, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft besloten dat de verweerder geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. M.L. Weerkamp, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.5783

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , eiseres,

V-nummer: [V-nummer 1]
Mede namens de kinderen:
[eiser 1],
V-nummer: [V-nummer 2] ,
[eiser 2],
V-nummer: [V-nummer 3] ,
[eiser 3],
V-nummer: [V-nummer 4]
[eiser 4],
V-nummer: [V-nummer 5]
Tezamen: eisers
(gemachtigde: mr. A. Kortrijk),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

[naam] (hierna referent) heeft op 22 juni 2023 voor zijn vrouw en zeven kinderen en drie kleinkinderen (eisers) een aanvraag tot verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna mvv) in het kader van nareis ingediend.
Eisers hebben op 15 februari 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op deze aanvraag.
Verweerder is door de rechtbank in de gelegenheid gesteld om een verweerschrift in te dienen, maar heeft van die mogelijkheid geen gebruik gemaakt.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb wordt voor de toepassing van wettelijke voorschriften over bezwaar en beroep het niet tijdig nemen van een besluit met een besluit gelijkgesteld. In artikel 6:12, tweede lid, van de Awb is bepaald dat het beroepschrift kan worden ingediend zodra het bestuursorgaan in gebreke is om op tijd een besluit te nemen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen.
2. De aanvraag is gedaan op 22 juni 2023 en de ontvangst van deze aanvraag is door verweerder bevestigd op 6 juli 2023. Verweerder heeft de beslistermijn van 90 dagen met drie maanden verlengd op grond van artikel 2u, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Dit betekent dat verweerder uiterlijk op 4 januari 2024 een besluit had moeten nemen.
3. Eisers hebben verweerder op 22 december 2023 in gebreke gesteld. Op dat moment was de wettelijke beslistermijn nog niet verstreken, zodat deze ingebrekestelling prematuur is. Dit heeft als gevolg dat op het moment van het instellen van het beroep niet werd voldaan aan de vereisten waaraan op grond van artikel 6:12, tweede lid, van de Awb moet zijn voldaan voordat beroep kan worden ingesteld. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.
4. Verweerder hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.L. Weerkamp, rechter, in aanwezigheid van A.S.J.I. Hendrickx, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over verzet
Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.