ECLI:NL:RBDHA:2024:9838
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H. Hanssen - Telman
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtmatigheid van een vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd aan een minderjarige vreemdeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 juni 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een minderjarige Syrische vreemdeling, eiser, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser was in een opvanglocatie geplaatst door het COa, maar heeft zich schuldig gemaakt aan ernstige gedragingen, waaronder bedreigingen en geweld tegen medewerkers en medebewoners. Op 4 mei 2024 heeft de staatssecretaris een vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd, die eiser verplichtte zich binnen bepaalde gebieden in Hoogeveen op te houden. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar de rechtbank oordeelde dat het COa op goede gronden heeft besloten tot de plaatsing in de Handhaving- en Toezichtlocatie (HTL) en dat de vrijheidsbeperkende maatregel rechtmatig was. De rechtbank concludeerde dat de eerdere incidenten en het gedrag van eiser voldoende aanleiding gaven voor de opgelegde maatregelen. Eiser's argumenten dat de beschrijving van het incident onjuist was en dat er geen lichter middel was overwogen, werden door de rechtbank verworpen. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris en het COa zorgvuldig hebben gehandeld en dat er geen strijd was met artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). De rechtbank verklaarde beide beroepen ongegrond.