ECLI:NL:RBDHA:2024:9845

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 juni 2024
Publicatiedatum
25 juni 2024
Zaaknummer
NL24.17526
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • I.A.M. van Boetzelaer - Gulyas
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de niet-ontvankelijkheid van een asielaanvraag van een Venezolaanse en Colombiaanse nationaliteit in het kader van terugkeer naar Chili als veilig derde land

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag beoordeeld. Eiseres, die de Venezolaanse en Colombiaanse nationaliteit heeft, heeft op 26 januari 2023 een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 16 april 2024 niet-ontvankelijk verklaard, met het argument dat eiseres kan terugkeren naar Chili, dat als een veilig derde land wordt beschouwd. De rechtbank heeft het beroep op 22 mei 2024 behandeld, waarbij zowel eiseres als de gemachtigden van eiseres en de staatssecretaris aanwezig waren.

De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris onvoldoende heeft gemotiveerd waarom van eiseres verwacht kan worden dat zij terugkeert naar Chili. Eiseres heeft vier jaar in Chili verbleven en heeft daar familie, maar zij heeft ook aangegeven dat zij niet vrijwillig naar Chili is vertrokken en dat haar moeder in Chili ondergedoken is vanwege bedreigingen. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris niet aannemelijk heeft gemaakt dat Chili een veilig land is voor eiseres, vooral gezien de nieuwe regelgeving die het voor Venezolaanse migranten moeilijker maakt om asiel aan te vragen. De rechtbank vernietigt het besluit van de staatssecretaris en draagt deze op om binnen twaalf weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de uitspraak.

Daarnaast heeft de rechtbank eiseres een vergoeding van haar proceskosten toegekend, vastgesteld op € 1.750. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.17526

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 juni 2024 in de zaak tussen

[eiseres], v-nummer: [nummer], eiseres

(gemachtigde: mr. D.W. Beemers),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

(gemachtigde: mr. P.M.W. Jans).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag. Eiseres stelt de Venezolaanse en Colombiaanse nationaliteit te hebben en te zijn geboren op [geboortedatum] 1997. Zij heeft op 26 januari 2023 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De staatssecretaris heeft met het bestreden besluit van 16 april 2024 deze aanvraag niet-ontvankelijk verklaard.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep op 22 mei 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben eiseres, de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van de staatssecretaris deelgenomen.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt de niet-ontvankelijkverklaring van de asielaanvraag van eiseres. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden.
3. Het beroep is gegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Kan van eiseres redelijkerwijs verwacht worden dat zij terugkeert naar Chili?
4. Om te beoordelen of van een vreemdeling verwacht kan worden dat hij terugkeert naar een veilig derde land, moet er aan de volgende drie vereisten worden getoetst: de vreemdeling wordt behandeld volgens de beginselen genoemd in artikel 3.106a van het Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb 2000), de vreemdeling heeft banden met dat land die maken dat het redelijk is om van hem te verlangen daarnaar terug te keren en de vreemdeling kan daadwerkelijk terugkeren naar het derde land. Wanneer de beginselen van het artikel uit het Vb 2000 gevolgd worden, betekent dit in de kern dat het derde land ook daadwerkelijk veilig is voor de vreemdeling zelf. Dit moet in het concrete geval beoordeeld worden aan de hand van individuele omstandigheden. Daarbij kan onder meer van belang zijn dat de vreemdeling in het verleden in het land heeft gewoond of daar een partner of andere familie heeft wonen. Het is in de eerste plaats aan de staatssecretaris om aannemelijk te maken dat de vreemdeling deze banden heeft. [1] Vervolgens is het aan de vreemdeling om dit te weerleggen. Of een vreemdeling ook daadwerkelijk toegelaten zal worden, is ook aan de staatssecretaris om aannemelijk te maken. Dit kan hij door te verwijzen naar algemene bronnen en verklaringen van de vreemdeling. [2] Vervolgens kan de vreemdeling betogen dat het in zijn geval niet mogelijk is om toelating tot het land te verkrijgen. [3]
4.1.
De staatssecretaris heeft de asielaanvraag van eiseres niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij kan terugkeren naar Chili. [4] Chili wordt aangemerkt als een veilig derde land. Hoewel eiseres niet over de Chileense nationaliteit beschikt, heeft zij daar vier jaar verbleven en wonen haar moeder en sommige vriendinnen daar. De staatssecretaris stelt zich op het standpunt dat van eiseres redelijkerwijs verwacht mag worden dat zij terugkeert naar Chili.
Banden met Chili
4.2.
Eiseres voert aan dat er geen sprake is van een voldoende en significante band met Chili op grond waarvan redelijkerwijs van haar verlangd kan worden dat zij daar naar terugkeert. Eiseres is niet vrijwillig naar Chili vertrokken, maar is daar heen gevlucht. Door de staatssecretaris wordt niet ontkend dat de reden waarom zij naar Chili is vertrokken invloed kan hebben op de banden die zij met het land heeft. Eiseres is van mening dat het feit dat zij tweemaal van Venezuela is teruggekeerd naar Chili, haar banden met Chili niet groter maakt. Zij moest naar Venezuela omdat haar vader ziek was en later was overleden. Zij moest daarna wel weer terugkeren naar Chili, omdat haar ex-vriend haar zou bedreigen wanneer zij dit niet zou doen. Vanwege deze omstandigheden kan het feit dat zij is teruggekeerd naar Chili niet gebruikt worden als argument om de goede band met Chili te onderbouwen. Bovendien verblijft er slechts één familielid in Chili; dat is haar moeder. Haar moeder zit in Chili ondergedoken vanwege de dreigementen van de ex-vriend van eiseres en geeft aan dat eiseres niet terug moet keren vanwege het gevaar dat zij daar zal lopen. Omdat er geen gewoon contact mogelijk is met haar moeder, kan haar aanwezigheid in Chili niet leiden tot een grotere band met dat land. Ten slotte voert eiseres nog aan dat zij geen verblijfsvergunning heeft in Chili.
4.2.1.
Het betoog slaagt niet. De staatssecretaris stelt zich terecht op het standpunt dat wel sprake is van zodanige banden met Chili dat van eiseres redelijkerwijs verwacht kan worden dat zij daar naar terugkeert. Het vierjarige verblijf in Chili en het feit dat haar moeder en enkele vriendinnen daar verblijven, betekent dat eiseres banden heeft met Chili. Het eerdere verblijf en de aanwezigheid van de moeder van eiseres in Chili leiden tot de conclusie dat eiseres een band heeft met Chili die maakt dat van haar redelijkerwijs verwacht mag worden dat zij daarnaar terugkeert. [5] De gestelde aanwezigheid van haar ex-vriend maakt dit oordeel niet anders nu dit niet aannemelijk is gemaakt. Daarnaast had eiseres toegang tot medische zorg en heeft zij drie verschillende banen gehad. [6] Ook blijkt uit het feit dat hoewel zij zowel de Venezolaanse als de Colombiaanse nationaliteit heeft toch ervoor kiest om in Chili te verblijven, zij een band heeft met Chili.
Toelating tot Chili
4.3.
Eiseres voert aan dat de staatssecretaris in het bestreden besluit niet aannemelijk heeft kunnen maken dat Chili eiseres zal toelaten bij terugkeer. Het is aan de staatssecretaris om dit aannemelijk te maken en aan eiseres om dat te weerleggen indien mogelijk.
4.3.1.
Het betoog slaagt niet. De staatssecretaris stelt zich terecht op het standpunt dat niets er op wijst dat eiseres niet zou kunnen terugkeren naar Chili. Zij is al tweemaal eerder vertrokken uit Chili en kon daarna terugkeren. Bovendien heeft eiseres verklaard dat zij beschikte over een Venezolaans paspoort. De rechtbank is van oordeel dat de staatssecretaris aannemelijk heeft gemaakt dat zij zou kunnen terugkeren naar Chili en dat eiseres er niet in is geslaagd om dit te weerleggen.
Chili als veilig land
4.4.
Eiseres voert aan dat Chili voor haar niet als veilig land aangemerkt kan worden. Daarom kan van haar niet worden verlangd dat zij daar naar terugkeert. Eiseres beroept zich op artikel 3.106a, eerste lid, aanhef en onder e, van het Vb 2000 waarin is bepaald dat van een vreemdeling alleen kan worden verlangd naar een derde veilig land terug te keren wanneer het daar mogelijk is om de vluchtelingenstatus te verzoeken en als die status wordt toegekend, daar bescherming te krijgen. Aan deze voorwaarde wordt niet voldaan door Chili. De staatssecretaris heeft zelf erkend dat het moeilijk is om asiel aan te vragen in Chili. De staatssecretaris kan niet aan eiseres tegenwerpen dat zij een visum zou kunnen krijgen, omdat dit niet gelijkstaat aan internationale bescherming. Ook de mogelijkheid van het omzetten van een visum naar een permanente verblijfsvergunning biedt geen garantie dat zij in Chili zal mogen blijven en het beginsel van non-refoulement zal worden nageleefd. Het is immers niet bekend wat de voorwaarden voor een dergelijke omzetting zijn. Ter ondersteuning verwijst eiseres naar een uitspraak van deze rechtbank waarin werd geoordeeld dat het niet gegarandeerd is dat vreemdelingen die terugkeren naar Chili en voorheen legaal Chili zijn ingereisd, toegang tot een asielprocedure zullen hebben. [7] In deze uitspraak stond nieuwe Chileense regelgeving centraal die het makkelijker maakt voor de Chileense autoriteiten om Venezolaanse migranten terug te sturen. Ten slotte voert eiseres aan dat Chili voor haar geen veilig land is vanwege haar ex-vriend. Haar ex-vriend heeft haar mishandeld, bedreigt haar moeder en vrienden en heeft toegang tot alle informatie van de politie. De Chileense autoriteiten zijn niet in staat om haar te beschermen. De bewijslast die in het kader hiervan aan eiseres wordt opgelegd is onredelijk.
4.4.1.
De staatssecretaris stelt zich op het standpunt dat Chili wel als een veilig land kan worden aangemerkt voor eiseres. Hoewel het misschien lastig is voor eiseres om een asielverzoek te doen, kan zij in aanmerking komen voor een visum. Dit visum kan online aangevraagd worden. Eiseres heeft niet aannemelijk kunnen maken dat zij niet in aanmerking zou komen voor een visum. Als eiseres in het bezit zou zijn van een visum zou zij Chili legaal kunnen inreizen en hoeft zij daar geen asielaanvraag te doen. Eiseres heeft niet onderbouwd dat zij zou worden uitgezet naar Venezuela. Over de problemen die worden veroorzaakt door haar ex-vriend stelt de staatssecretaris zich op het standpunt dat zij hiertegen de bescherming van de Chileense autoriteiten kan inroepen. Dat eiseres nooit eerder bescherming heeft gekregen van Chileense autoriteiten doet hier niet aan af nu zij niet eerder bescherming heeft ingeroepen.
4.4.2.
Op de zitting heeft de staatssecretaris toegegeven dat er in het besluit niet uitgebreid is gereageerd op de uitspraak waar eiseres haar betoog op heeft gegrond. Er is tegen de uitspraak van zittingsplaats ’s-Hertogenbosch geen hoger beroep ingesteld, maar naar aanleiding van de uitspraak is onderzoek gedaan naar de nieuwe Chileense regelgeving. Die nieuwe regelgeving heeft ten doel dat het voor de Chileense autoriteiten makkelijker wordt om Venezolaanse migranten het land uit te zetten. Hoewel de nieuwe regelgeving een aanzienlijke aanscherping is en bij NGO’s tot zorgen wekt, is de staatssecretaris van mening dat enkel Venezolaanse migranten die Chili illegaal zijn binnengereisd, het slachtoffer worden van de nieuwe regelgeving. Op de zitting verwees de staatssecretaris naar twee Chileense artikelen die gingen over illegaal ingereisde Venezolanen die terug werden gestuurd. Hieruit kan volgens de staatssecretaris de conclusie getrokken worden dat er geen landeninformatie beschikbaar is waaruit blijkt dat ook Venezolanen die Chili legaal zijn ingereisd ook het slachtoffer worden van de nieuwe regelgeving. Daarbij wees de staatssecretaris ook nog op het feit dat Chili partij is bij het Vluchtelingenverdrag, het Folterverdrag en het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten.
4.4.3.
Het betoog van eiseres slaagt. De rechtbank is van oordeel dat het op de zitting naar voren gebrachte onderzoek naar aanleiding van de uitspraak van zittingsplaats ’s-Hertogenbosch niet inzichtelijk maakt dat legaal ingereisde Venezolanen geen slachtoffer worden van de nieuwe regelgeving. Artikelen over illegaal ingereisde Venezolanen die terug worden gestuurd, kunnen niet als bewijs dienen voor het feit dat legaal ingereisde Venezolanen niet hetzelfde zal overkomen. Het onderzoek biedt niet alleen een summiere motivering van het standpunt van de staatssecretaris, maar maakte ook geen deel uit van het bestreden besluit. In het bestreden besluit is er nauwelijks ingegaan op het standpunt van eiseres inzake de nieuwe regelgeving. Om die reden kan de rechtbank niet anders oordelen dan dat er een ontoereikende motivering aan het bestreden besluit ten grondslag ligt. Wel is de rechtbank het met de staatssecretaris eens dat eiseres het niet aannemelijk heeft gemaakt dat Chili niet als veilige land kan worden aangemerkt vanwege de aanwezigheid van haar ex-vriend. Eiseres heeft dit niet met objectieve informatie kunnen onderbouwen.

Conclusie en gevolgen

5. De staatssecretaris heeft het niet-ontvankelijk verklaren van de asielaanvraag van eiseres onvoldoende gemotiveerd. Het beroep is daarom gegrond. De rechtbank ziet geen aanleiding om zelf in de zaak te voorzien, omdat er nader onderzoek nodig is naar aanleiding waarvan een nieuwe beoordeling gemaakt moet worden. Dit is voorbehouden aan de staatssecretaris. Daarom wordt het besluit vernietigd. De rechtbank draagt de staatssecretaris op om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. De staatssecretaris krijgt hier een termijn van twaalf weken voor met het oog op het te verrichten nader onderzoek.
6. Omdat het beroep gegrond is, krijgt eiseres een vergoeding van haar proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.750 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen op de zitting met een waarde per punt van € 875 en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt het bestreden besluit;
  • draagt de staatssecretaris op om binnen twaalf weken een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak;
  • veroordeelt de staatssecretaris in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van €1.750.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.A.M. van Boetzelaer - Gulyas, rechter, in aanwezigheid van mr. T.J. Engberts, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Dit volgt uit artikel C2/6.3 van de Vreemdelingencirculaire 2000.
2.Idem.
3.De hier omschreven wijze en volgorde van toetsing is in lijn met Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State 13 december 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3379.
4.Op grond van artikel 30a, eerste lid, aanhef en onder c, van de Vreemdelingenwet 2000 en artikel 3.106a van het Vreemdelingenbesluit 2000.
5.Dit volgt uit artikel C2/6.3 van de Vreemdelingencirculaire 2000.
6.Deze omstandigheden worden ook genoemd in artikel C2/6.3 van de Vreemdelingencirculaire 2000.
7.Rb. Den Haag (zp. ’s-Hertogenbosch) 17 mei 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:12712, r.o. 10.