ECLI:NL:RBDHA:2024:9992
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag
In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. F. Zeven, beroep ingesteld tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat er niet tijdig is beslist op haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen geen zitting nodig achtten en het onderzoek heeft gesloten zonder verdere behandeling. Eiseres heeft haar asielaanvraag op 10 oktober 2023 ingediend, en volgens de nieuwe regelgeving, WBV 2023/3, zijn de beslistermijnen voor asielaanvragen die na 1 januari 2023 zijn ingediend, met negen maanden verlengd. Dit betekent dat de Staatssecretaris uiterlijk op 10 januari 2025 had moeten beslissen op de aanvraag van eiseres. De ingebrekestelling die eiseres op 5 april 2024 heeft ingediend, was te vroeg, omdat de verlengde beslistermijn nog niet was verstreken. Hierdoor heeft de rechtbank geoordeeld dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van beroep wegens niet tijdig beslissen. De rechtbank heeft het beroep daarom niet-ontvankelijk verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 21 juni 2024 en is openbaar gemaakt.