ECLI:NL:RBDHA:2025:10071

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 juni 2025
Publicatiedatum
10 juni 2025
Zaaknummer
NL24.48883
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak na ongegrondverklaring beroep

Op 10 juni 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, van Algerijnse nationaliteit, had een asielaanvraag ingediend die door de minister van Asiel en Migratie op 6 december 2024 was afgewezen als kennelijk ongegrond. Hiertegen had de verzoeker beroep ingesteld, wat leidde tot een samenhangende behandeling van het beroep en het verzoek om voorlopige voorziening op 14 mei 2025. Tijdens deze zitting zijn beide partijen vertegenwoordigd door hun gemachtigden.

De voorzieningenrechter heeft op dezelfde dag uitspraak gedaan op het samenhangende beroep en dit ongegrond verklaard. Aangezien het beroep ongegrond was, was er geen noodzaak voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, als voorzieningenrechter, en mr. N.M. van Waterschoot en mr. V.A.G. van Dijk als leden van de rechtbank, in aanwezigheid van griffier A.J. van Bruggen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.48883

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam 1], verzoeker,

van Algerijnse nationaliteit,
alias:
[naam 2],
van Libische nationaliteit,
V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. L.J. Meijering),
en

de minister van Asiel en Migratie, de minister

(gemachtigde: mr. L.O. Augustinus).

Procesverloop

1. Bij het bestreden besluit van 6 december 2024 heeft de minister de opvolgende asielaanvraag van verzoeker afgewezen als kennelijk ongegrond.
1.1.
Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld (zaaknummer NL24.48882) en heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de behandeling van het beroep op 14 mei 2025 op zitting behandeld. Partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. Het onderzoek is op zitting gesloten.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. Bij uitspraak van vandaag heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het samenhangende beroep van verzoeker, en dat beroep ongegrond verklaard. Een voorlopige voorziening is daarom niet nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, voorzieningenrechter, en mr. N.M. van Waterschoot, en mr. V.A.G. van Dijk, leden, in aanwezigheid van A.J. van Bruggen, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van gepseudonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is openbaar gemaakt en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.