ECLI:NL:RBDHA:2025:10311

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 juni 2025
Publicatiedatum
13 juni 2025
Zaaknummer
C/09/669216 / FA RK 24-4924
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van zorg- en opvoedingstaken en kinderalimentatie met afwijzing van verzoeken tot wijziging reguliere zorgregeling

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 juni 2025 uitspraak gedaan over de verdeling van zorg- en opvoedingstaken en kinderalimentatie tussen twee ouders, die van 7 juli 2014 tot 28 december 2021 gehuwd zijn geweest. De rechtbank heeft kennisgenomen van de verzoeken van beide partijen, waarbij de vrouw verzocht om wijziging van de zorgregeling en de man verweer voerde tegen deze wijziging. Tijdens de zitting op 20 mei 2025 hebben beide partijen hun verzoeken tot wijziging van de kinderalimentatie ingetrokken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de huidige zorgregeling, zoals vastgelegd in het ouderschapsplan van november 2021, in het belang van de kinderen moet worden gehandhaafd. De rechtbank heeft de verzoeken van beide ouders om de zorgregeling te wijzigen afgewezen, omdat er geen gewijzigde omstandigheden zijn die een aanpassing rechtvaardigen. De rechtbank heeft wel besloten dat de vakanties en bijzondere dagen voortaan op een bepaalde manier verdeeld zullen worden, waarbij de kinderen in de even jaren en oneven jaren bij de respectieve ouders verblijven. De rechtbank heeft ook bepaald dat de wisseling van de kinderen tijdens de vakanties op vrijdag om 19.00 uur zal plaatsvinden. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de rechtbank heeft het meer of anders verzochte afgewezen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 24-4924
Zaaknummer: C/09/669216
Datum beschikking: 17 juni 2025

Verdeling van de zorg- en opvoedingstaken en kinderalimentatie

Beschikking op het op 28 juni 2024 ingekomen verzoek van:

[de vrouw] ,

de vrouw,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. C.H. Remmelink te Zoetermeer.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de man] ,

de man,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. J.M. Krommendijk te Zoetermeer.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift;
- het F9-formulier van 15 juli 2024 van de advocaat van de vrouw, met bijlagen;
- het verweerschrift tevens zelfstandig verzoek;
- het e-mailbericht van 9 mei 2025 van de advocaat van de man, met bijlagen;
- het F9-formulier van 9 mei 2025 van de advocaat van de vrouw, met bijlagen.
De minderjarige [minderjarige 1] heeft zich in raadkamer uitgelaten over het verzoek.
Op 20 mei 2025 is de zaak op de zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen:
  • de vrouw, bijgestaan door haar advocaat;
  • de man, bijgestaan door zijn advocaat;
  • [naam] , namens de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad).

Feiten

- Partijen zijn gehuwd geweest van 7 juli 2014 tot 28 december 2021.
- Zij zijn de ouders van de volgende nu nog minderjarige kinderen:
- [minderjarige 1] , geboren op [datum 1] 2015 te Zoetermeer, hierna [minderjarige 1] ;
- [minderjarige 2] , geboren op [datum 2] 2020 te Zoetermeer, hierna: [minderjarige 2] .
- Bij beschikking van 8 december 2021 van deze rechtbank is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken. Daarbij is – voor zover hier van belang – bepaald dat het aangehechte convenant en ouderschapsplan deel uitmaken van deze beschikking. Voorts is bepaald dat de man € 150,00 per maand per kind dient te betalen aan de vrouw als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen, telkens bij vooruitbetaling te voldoen.
- In het ouderschapsplan van november 2021 zijn partijen – voor zover hier van belang – het volgende overeengekomen:
- De kinderen zullen hun hoofdverblijf bij de vrouw hebben.
- De kinderen zullen bij de man verblijven de ene week van vrijdag 18.00 uur tot dinsdag 18.00 uur en in de andere week van zondag 18.00 uur tot dinsdag 18.00 uur. - Voorts zullen de kinderen bij de man verblijven de helft van de vakantiedagen en de helft van de feestdagen. Daarbij zal de navolgende vakantieregeling worden gevolgd.
- In de even jaren zullen de kinderen bij de man verblijven: de tweede, derde en zesde week van de zomervakantie, van tweede kerstdag 10.00 uur tot Nieuwjaarsdag 12.00 uur, een week van de herfstvakantie, een week van de voorjaarsvakantie.
- In de even jaren zullen de kinderen bij de vrouw verblijven: de eerste, vierde en vijfde week van de zomervakantie, met de kerstvakantie uit school tot tweede kerstdag 10.00 uur en van Nieuwjaarsdag 12.00 uur tot einde kerstvakantie, waarbij de kerstvakantie eindigt op zondag 18.00 uur, en de meivakantie.
- In de oneven jaren is voornoemde regeling omgekeerd.
- Ten aanzien van Pasen, Hemelvaart en Pinksteren, Sinterklaas intocht en verjaardagen wordt opgemerkt dat deze niet zullen worden verdeeld, maar dat het in artikel III.1.a opgenomen rooster (opmerking rechtbank: de reguliere zorgregeling) in deze periode gewoon doorloopt. Ten aanzien van de meivakantie wordt nog opgemerkt dat indien deze vakantie twee weken betreft, ieder der partijen de kinderen één week van de vakantie bij zich heeft. Partijen komen voorts overeen dat, zolang de man zwarte piet speelt bij Sinterklaas en hij alsdan afwezig is de kinderen bij de vrouw verblijven.
- De bijzondere dagen zijn als volgt verdeeld. De kinderen zullen bij de man verblijven op Vaderdag, de verjaardag van de man, de verjaardagen van opa en oma van de zijde van de man, en bij de vrouw op Moederdag, de verjaardag van de vrouw en de verjaardagen van opa en oma van de zijde van de vrouw. Voorts zullen de kinderen in de even jaren bij de man verblijven op de verjaardag van [minderjarige 1] en bij de vrouw op de verjaardag van [minderjarige 2] en in de oneven jaren is dit omgekeerd.
- Bij beschikking van 21 juli 2023 van deze rechtbank is de vrouw alleen met het gezag over de kinderen belast. Bij beschikking van 27 november 2024 van het gerechtshof Den Haag is de beschikking van 21 juli 2023 van deze rechtbank vernietigd en is het verzoek van de vrouw om haar alleen met het gezag over de kinderen te belasten alsnog afgewezen.
- Tijdens de behandeling in kort geding op 3 oktober 2024 op de zitting van deze rechtbank zijn partijen – voor zover hier van belang – het volgende overeengekomen:
- Met ingang van 6 oktober 2024 wordt de omgangsregeling tussen de man en de kinderen als volgt hervat:
- Op zondag 6 oktober 2024 brengt de vrouw om 18.00 uur de kinderen bij de man. De man zal de deur open doen en de vrouw vriendelijk begroeten. De partner van de man zal dan niet bij de deur aanwezig zijn en ook niet zichtbaar en hoorbaar zijn. De man zal de kinderen op dinsdag 8 oktober 2024 naar school brengen.
- Op 11 oktober 2024 haalt de man de kinderen op van school en brengt ze op dinsdag 15 oktober 2024 weer terug naar school.
- Vervolgens geldt de regeling conform het ouderschapsplan, waarbij de aanvangs- en eindtijdstippen hetzelfde zijn als hiervoor vermeld.
- Voor wat betreft de vakanties en feestdagen wordt het ouderschapsplan van november 2021 onverkort uitgevoerd. Daarbij zullen de overdrachtsmomenten plaatsvinden zoals hiervoor beschreven. Wanneer de man de kinderen naar de vrouw brengt, dan zal de man in de auto afscheid nemen van de kinderen en lopen de kinderen zelf naar de voordeur van de woning van de (vader van de) vrouw.
- Het aanvangsmoment van de herfstvakantie die de kinderen bij de man doorbrengen is 25 oktober 2024 om 14.30 uur, waarbij de man de kinderen van school haalt. De man zal de kinderen op vrijdag 1 november 2024 om 18.00 uur naar de vrouw brengen.

Verzoek en verweer

De vrouw verzoekt:
- bepaling dat de man omgang heeft met de kinderen conform de in punt 28 van het
verzoekschrift opgenomen regeling, in die zin dat de man de kinderen bij zich heeft om de week een weekend van vrijdag 13.00 uur of uit school tot maandag 08.30 uur of naar school;
- wijziging van de vakantieregeling zoals verwoord in punt 29 en 30 van het
verzoekschrift, in die zin dat:
- de kinderen bij de man verblijven in de even jaren: de laatste drie weken van de zomervakantie, van tweede kerstdag 10.00 uur tot Nieuwjaarsdag 12.00 uur, de herfstvakantie en de eerste week van de meivakantie;
- de kinderen bij de vrouw verblijven in de even jaren: de eerste drie weken van de zomervakantie, met de kerstvakantie uit school tot tweede kerstdag 10.00 uur en van Nieuwjaarsdag 12.00 uur tot einde kerstvakantie, waarbij de kerstvakantie eindigt op zondag 18.00 uur, en de tweede week van de kerstvakantie en de voorjaarsvakantie;
- in de oneven jaren voornoemde regeling omgekeerd is;
- de vakanties aanvangen op vrijdag 19.00 uur en doorlopen tot vrijdag 19.00 uur;
- de wisseling in de meerweekse vakanties dient plaats te vinden op vrijdag 19.00 uur;
- wijziging van de omgangsregeling ten aanzien van de bijzondere dagen zoals
verwoord in punt 31 en 32 van het verzoekschrift, in die zin dat:
- de kinderen bij de vrouw zijn van de zaterdag voor Moederdag 17.00 uur tot de maandag na Moederdag 08.30 uur (naar school);
- de kinderen bij de man zijn van de zaterdag voor Vaderdag 17.00 uur tot de maandag na Vaderdag 08.30 uur (naar school);
- ten aanzien van de verjaardagen van de kinderen, de ouders en opa’s en oma’s de gewone zorgregeling doorgang vindt en deze niet worden verdeeld;
- vaststelling van een door de man te betalen bijdrage in de kosten van de verzorging en opvoeding van de kinderen, met ingang van de datum van wijziging van de zorgregeling, althans met ingang van de beschikking, van € 307,00 per maand per kind, telkens bij vooruitbetaling te voldoen op de eerste dag van de maand, dan wel een in goede justitie te bepalen bijdrage en ingangsdatum;
- de beschikking, voor zover mogelijk, uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
De man voert verweer, dat hierna – voor zover nodig – zal worden besproken. Tevens verzoekt de man zelfstandig – na aanvulling –:
- een zorgregeling vast te stellen waarbij de kinderen een weekend per veertien
dagen van vrijdag uit school tot maandag naar school bij de vrouw zullen verblijven;
- een regeling omtrent de vakanties en bijzondere feestdagen vast te stellen zoals
vermeld in de randnummers 33 en 34 van het verweerschrift (de rechtbank begrijpt: randnummers 34 en 35), waarbij:
- de kinderen in de oneven jaren bij de man zijn gedurende de eerste drie weken van de zomervakantie, de herfstvakantie, de tweede week van de meivakantie en tijdens de kerstvakantie van tweede kerstdag 10.00 uur tot Nieuwjaarsdag 12.00 uur;
- de kinderen in de oneven jaren bij de vrouw zijn gedurende de laatste drie weken van de zomervakantie, de eerste week van de meivakantie en tijdens de kerstvakantie van uit school tot tweede kerstdag 10.00 uur en van Nieuwjaarsdag 12.00 uur tot naar school;
- deze regeling in de even jaren andersom is;
- de wisseling tijdens de vakanties op vrijdag om 19.00 uur is;
- de kinderen op Moederdag van 10.00 uur tot 19.00 uur bij de vrouw zijn en op Vaderdag van 10.00 uur tot 19.00 uur bij de man;
- te bepalen dat de man per datum beschikking een bijdrage in de kosten van opvoeding en verzorging van de kinderen zal voldoen van € 28,- per kind per maand, althans een zodanige bijdrage als de rechtbank in goede justitie vermeent te behoren,
een en ander voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad.

Beoordeling

Verdeling van de zorg- en opvoedingstaken
Juridisch kader
Aangezien de ouders gezamenlijk belast zijn met het ouderlijk gezag over de kinderen is artikel 1:253a van het Burgerlijk Wetboek (BW) van toepassing op het verzoek tot wijziging van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken (zorgregeling). De rechtbank neemt een zodanige beslissing als haar in het belang van het kind wenselijk voorkomt. Uit het vierde lid van artikel 1:253a BW volgt dat artikel 1:377e BW van overeenkomstige toepassing is, zodat de rechtbank op verzoek van de ouders of van een van hen een beslissing inzake de omgang alsmede een door de ouders onderling getroffen omgangsregeling kan wijzigen op grond dat nadien de omstandigheden zijn gewijzigd, of dat bij het nemen van de beslissing van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan.
Standpunt vrouw
Op de zitting is gebleken dat de vrouw, anders dan zij eerder heeft verzocht, thans wenst dat er een reguliere zorgregeling wordt vastgesteld waarbij de kinderen de ene week bij de vrouw zijn en de andere week bij de man. Hiertoe heeft de vrouw voornamelijk aangevoerd dat de communicatie tussen partijen niet goed loopt en partijen met een dergelijke zorgregeling minder met elkaar hoeven af te stemmen en de contactmomenten tussen partijen worden beperkt.
Ook staat de vrouw een wijziging van de regeling voor de vakanties en bijzondere dagen voor, nu de huidige verdeling van de vakanties en bijzondere dagen voor de kinderen te onrustig is en er te veel wisselingen zijn.
Standpunt man
Op de zitting is gebleken dat de man, anders dan hij eerder heeft verzocht, wenst dat de reguliere zorgregeling zoals vastgelegd in het ouderschapsplan blijft doorlopen. Hij heeft daarbij aangegeven dat hij zijn werkzaamheden heeft ingesteld op de huidige zorgregeling. Volgens de man is een week-op-week-af regeling voor hem daarom niet mogelijk.
Overwegingen rechtbank
De rechtbank overweegt als volgt ten aanzien van de reguliere zorgregeling. De ouders zijn eerder een zorgregeling met elkaar overeengekomen. Niet gebleken is dat er thans sprake is van gewijzigde omstandigheden op grond waarvan de reguliere zorgregeling zou moeten worden aangepast, nu de verstandhouding tussen partijen al een geruime tijd verstoord is en er geen andere (relevante) wijziging van omstandigheden is aangevoerd. De rechtbank zal daarom de verzoeken van beide ouders ten aanzien van de wijziging van de reguliere zorgregeling afwijzen. De rechtbank merkt ten overvloede op dat zij het, gelet op de leeftijd van de kinderen, op dit moment ook in het belang van de kinderen acht om de huidige reguliere zorgregeling te handhaven en deze niet te wijzigen naar een week-op-week-af regeling.
Ten aanzien van de vakanties en feestdagen overweegt de rechtbank als volgt. Op de zitting is gebleken dat de ouders het met elkaar eens zijn dat ten aanzien van de kerstvakantie de regeling blijft doorlopen zoals is vastgelegd in het ouderschapsplan. Ten aanzien van de zomervakantie geldt dat, hoewel de rechtbank begrijpt dat het vanwege de moeder haar werk voor haar prettiger zou zijn om deze door de helft te splitsen, de rechtbank van oordeel is dat de regeling zoals is vastgelegd in het ouderschapsplan dient te worden gehandhaafd, nu de rechtbank het – vooral gelet op de jonge leeftijd van [minderjarige 2] – niet in het belang van de kinderen acht te bepalen dat zij eerst drie weken bij de ene ouder zullen zijn en vervolgens drie weken bij de andere ouder. De rechtbank zal de verzoeken voor zover deze op een wijziging van de verdeling van deze vakanties zien, dan ook afwijzen.
De ouders het erover eens dat de meivakantie en de herfst- en voorjaarsvakantie in het vervolg zullen worden verdeeld in die zin dat:
  • de kinderen in de even jaren tijdens de meivakantie de eerste week bij de vrouw verblijven en de tweede week bij de man en in de oneven jaren de eerste week bij de man en de tweede week bij de vrouw;
  • de kinderen in de voorjaarsvakantie in de oneven jaren bij de vrouw verblijven en in de even jaren bij de man, en
  • de kinderen in de herfstvakantie in de oneven jaren bij de man verblijven en in de even jaren bij de vrouw.
Nu het belang van de kinderen zich hier niet tegen verzet, zal de rechtbank dienovereenkomstig beslissen.
De moeder heeft nog verzocht om vast te leggen dat de vakanties aanvangen op vrijdag om 19.00 uur en doorlopen tot vrijdag om 19.00 uur en dat de wisseling tijdens de meerweekse vakanties plaatsvindt op vrijdag om 19.00 uur. Nu niet gebleken is dat de vader zich hiertegen verzet, zal de rechtbank dienovereenkomstig beslissen.
Ten aanzien van Vader- en Moederdag verschillen de ouders van mening. De vrouw wil graag dat de kinderen vanaf de zaterdag voor Vader- of Moederdag bij de betreffende ouder zijn, zodat zij de dag erna samen kunnen ontbijten. De man verzoekt dat de kinderen op Vader- of Moederdag van 10.00 uur tot 19.00 uur bij de desbetreffende ouder zijn. Op de zitting heeft de man aangegeven dat hij anders substantieel minder tijd kan doorbrengen met de kinderen als Moederdag in de week van de meivakantie valt dat de kinderen bij de man verblijven. De rechtbank volgt hierin de man en zal daarom bepalen dat de kinderen op Vader- en Moederdag van 10.00 uur tot 19.00 uur bij de desbetreffende ouder zijn. De rechtbank begrijpt de wens van de moeder om met de kinderen te kunnen ontbijten, maar de rechtbank hoopt dat beide ouders Vader- en Moederdag op een andere plezierige manier met de kinderen kunnen invullen.
De ouders zijn daarnaast nog overeengekomen dat tijdens de verjaardagen van de kinderen, de ouders en opa’s en oma’s de reguliere zorg- dan wel vakantieregeling voortaan doorloopt en dus bepaalt bij welke ouder de kinderen die dag doorbrengen. De rechtbank zal dienovereenkomstig beslissen, omdat dit naar het oordeel van de rechtbank de meeste rust voor de kinderen biedt.
De rechtbank merkt op dat de Raad op de zitting aan partijen heeft meegegeven dat de begeleiders van de ouders van het parallel-solo-ouderschapstraject mogelijk met hen een lijst met tips kunnen opstellen voor de communicatie tussen de ouders. De rechtbank gaat ervan uit dat de ouders dit met hun begeleiders zullen vormgeven.
Kinderalimentatie
Op de zitting hebben beide partijen hun verzoeken ten aanzien van de kinderalimentatie ingetrokken. De rechtbank hoeft op deze verzoeken daarom niet meer te beslissen.

Beslissing

De rechtbank – met wijziging in zoverre van de beschikking van 8 december 2021 van deze rechtbank en het tussen partijen overeengekomen ouderschapsplan van november 2021 –:
bepaalt dat de minderjarigen:
- [minderjarige 1] , geboren op [datum 1] 2015 te [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 2] , geboren op [datum 2] 2020 te [geboorteplaats] ;
tijdens de voorjaars-, mei- en herfstvakantie en gedurende Vader- en Moederdag als volgt bij de ouders zullen zijn:
- meivakantie: in de oneven jaren de eerste week bij de man en de tweede week bij de vrouw en in de even jaren de eerste week bij de vrouw en de tweede week bij de man;
- voorjaarsvakantie en herfstvakantie: in de oneven jaren in de voorjaarsvakantie en in de even jaren in de herfstvakantie bij de vrouw en in de even jaren in de voorjaarsvakantie en in de oneven jaren in de herfstvakantie bij de man;
- Vader- en Moederdag: van zondag 10.00 uur tot 19.00 uur bij de desbetreffende ouder;
bepaalt dat vakanties aanvangen op vrijdag om 19.00 uur en doorlopen tot vrijdag om 19.00 uur en dat de wisseling tijdens de meerweekse vakanties plaatsvindt op vrijdag om 19.00 uur;
bepaalt dat tijdens de verjaardagen van de kinderen, de ouders en opa’s en oma’s de reguliere zorg- dan wel vakantieregeling op die bewuste dag doorloopt;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. L.L. Benink, rechter, tevens kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. E.X.R. Yi als griffier, en uitgesproken op de openbare zitting van 17 juni 2025.