Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser
de minister van Asiel en Migratie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 juni 2025 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Russische nationaliteit hebbende man, zijn asielaanvraag niet in behandeling genomen zag door de minister van Asiel en Migratie. De rechtbank heeft geoordeeld dat Denemarken verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser had zijn aanvraag op 25 januari 2025 ingediend, maar de minister besloot op 3 april 2025 dat Denemarken de verantwoordelijkheid droeg. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij hij aanvoert dat hij onder slechte omstandigheden in Denemarken verbleef en geen medische zorg ontving. De rechtbank heeft de zaak op 6 juni 2025 behandeld, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was.
De rechtbank overweegt dat eiser niet heeft aangetoond dat er systeemfouten zijn in de asielprocedure in Denemarken die zouden leiden tot een schending van artikel 3 van het EVRM. Eiser heeft geen asiel aangevraagd in Denemarken en zijn eerdere ervaringen in het opvangcentrum zijn niet relevant voor de huidige beoordeling. De rechtbank concludeert dat de minister terecht heeft besloten de asielaanvraag niet in behandeling te nemen, omdat eiser niet heeft aangetoond dat zijn gezondheid bij terugkeer naar Denemarken onomkeerbaar zou verslechteren. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.