ECLI:NL:RBDHA:2025:10540
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van een Afghaanse nationaliteit met betrekking tot geloofwaardigheid van identiteit en vrees voor vervolging door de Taliban
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 23 mei 2025, met zaaknummers NL25.16964 en NL25.16965, wordt het beroep van eiser, een Afghaanse nationaliteit, tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser heeft op 24 maart 2025 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de minister van Asiel en Migratie op 10 april 2025 als kennelijk ongegrond is afgewezen. De rechtbank behandelt zowel het beroep als het verzoek om een voorlopige voorziening op 20 mei 2025. Eiser stelt dat hij door de Taliban wordt gezocht vanwege zijn werkzaamheden voor het leger onder de voormalige regering, maar de rechtbank oordeelt dat zijn identiteit niet geloofwaardig is, omdat hij geen identificerende documenten heeft overgelegd en zijn verklaringen tegenstrijdig zijn. De rechtbank concludeert dat de minister op goede gronden de aanvraag als kennelijk ongegrond heeft afgewezen. Eiser heeft geen overtuigende argumenten aangedragen om zijn vrees voor vervolging te onderbouwen, en de rechtbank wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor een samenhangende en aannemelijke onderbouwing van asielmotieven, en bevestigt dat de beoordeling van de geloofwaardigheid van verklaringen zorgvuldig moet gebeuren.