In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, een Jemenitische vreemdeling, had op 22 november 2022 een asielaanvraag ingediend, die op 15 november 2024 door de minister van Asiel en Migratie werd afgewezen. De rechtbank behandelt de zaak op 15 mei 2025, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig zijn. Eiser stelt dat hij niet kan terugkeren naar Jemen vanwege de onveilige situatie en de risico's die hij loopt als landverrader. De rechtbank oordeelt dat de minister de aanvraag op basis van het nieuwe landenbeleid heeft afgewezen, maar dat dit besluit onvoldoende zorgvuldig is voorbereid en gemotiveerd. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt de minister op om binnen twaalf weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de uitspraak. Eiser krijgt een proceskostenvergoeding van € 1.814 toegewezen.