Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser
de minister van Asiel en Migratie, verweerder.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, op 23 juni 2025 uitspraak gedaan in een asielzaak. Eiser, een Gambiaanse nationaliteit, heeft op 7 april 2025 asiel aangevraagd in Nederland. Het bestreden besluit van de minister van Asiel en Migratie, gedateerd 12 juni 2025, weigerde de asielaanvraag in behandeling te nemen, omdat Spanje verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag. Dit is gebaseerd op het Eurodac-systeem, waaruit blijkt dat eiser op 17 oktober 2024 illegaal via Spanje de EU is binnengekomen. De autoriteiten van Spanje hebben op 20 mei 2025 ingestemd met het verzoek om eiser over te nemen, conform de Dublinverordening.
Eiser is het niet eens met deze beslissing en voert aan dat er in Spanje systematische tekortkomingen zijn in de asielprocedure en opvangvoorzieningen, wat zou betekenen dat de overdracht aan Spanje niet veilig is. Hij verwijst naar een rapport van AIDA en het Jawo-arrest van het Hof van Justitie van de EU. De rechtbank oordeelt echter dat eiser niet voldoende heeft aangetoond dat er sprake is van dergelijke tekortkomingen in Spanje. Het interstatelijk vertrouwensbeginsel houdt in dat lidstaten ervan uit mogen gaan dat andere lidstaten zich aan de Europese afspraken houden, tenzij er bewijs is van systematische tekortkomingen.
De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk ongegrond is en dat het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen binnen zes weken na verzending van de uitspraak.