ECLI:NL:RBDHA:2025:10983
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig nemen van besluit inzake asielaanvraag
Op 23 juni 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een asielaanvraag van eiser. Eiser had op 3 juli 2023 een asielaanvraag ingediend, welke op 17 juli 2024 werd afgewezen. De rechtbank had verweerder opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak van 11 oktober 2024 een nieuwe beslissing te nemen. Verweerder heeft deze termijn echter overschreden, wat heeft geleid tot het beroep van eiser. De rechtbank oordeelt dat, volgens vaste jurisprudentie, een ingebrekestelling niet nodig is wanneer de bestuursrechter een termijn heeft gesteld en het bestuursorgaan zich niet aan deze termijn houdt. De rechtbank constateert dat er geruime tijd is verstreken zonder dat verweerder een besluit heeft genomen, waardoor het beroep kennelijk gegrond is. De rechtbank draagt verweerder op om binnen twee weken na verzending van de uitspraak alsnog een besluit bekend te maken en legt een dwangsom op van € 200 per dag voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000. Daarnaast wordt verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 453,50. De uitspraak is gedaan door mr. A.J. de Danschutter, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.