Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 juni 2025 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer, het college
Samenvatting
Procesverloop
Totstandkoming van het bestreden besluit
Beoordeling door de rechtbank
niet-ontvankelijkverklaring op grond van die te late indiening achterwege.
30 januari 2024, [1] waarbij de Centrale Raad van Beroep zich heeft aangesloten [2] , is de vraag die de bestuursrechter in geval van een termijnoverschrijding moet beantwoorden of redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest. In de eerste plaats moet worden beoordeeld of het niet tijdig indienen van het bezwaar- of beroepschrift aan de indiener kan worden toegerekend. Daarbij is van belang of de termijnoverschrijding het gevolg is van bijzondere omstandigheden die de indiener betreffen, of deze is veroorzaakt door het handelen of nalaten van het bestuursorgaan en of sprake is van een andere reden die tot die overschrijding heeft geleid. Bij bijzondere omstandigheden die de indiener betreffen kan in de eerste plaats gedacht worden aan persoonlijke omstandigheden aan de zijde van de indiener zelf, zoals psychisch onvermogen, ernstige ziekte of ongeval van de indiener, of ziekte of overlijden van diens naasten en de zorgtaken die daarmee gepaard gaan. In de tweede plaats valt te denken aan externe omstandigheden die voor overbelasting of stress bij de indiener zorgen.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
Informatie over hoger beroep
Formulieren en inloggen (https://mijn.rechtspraak.nl/keuze)” op
www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.