ECLI:NL:RBDHA:2025:11286
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing WW-uitkering wegens gebrek aan privaatrechtelijke dienstbetrekking
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 juli 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. De eiser had een aanvraag ingediend voor een uitkering wegens betalingsonmacht op grond van de Werkloosheidwet (WW), welke door verweerder was afgewezen. De rechtbank heeft de zaak behandeld na een beroep van eiser tegen het bestreden besluit van verweerder, waarin deze de eerdere besluiten tot afwijzing van de WW-aanvraag handhaafde. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser geen privaatrechtelijke dienstbetrekking heeft gehad bij zijn voormalige werkgever, [bedrijfsnaam 2] B.V., en dat hij derhalve niet in aanmerking komt voor de gevraagde uitkering. De rechtbank concludeert dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij feitelijk werkzaamheden heeft verricht als senior investmentmanager en dat er geen gezagsverhouding of loonbetalingen zijn vastgesteld. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.