In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 16 juni 2025, in de zaak tussen eiser en het Centraal Administratie Kantoor (CAK), wordt het beroep van eiser tegen de vaststelling van zijn verdragsgerechtigdheid beoordeeld. Eiser, woonachtig in Frankrijk, heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van het CAK waarin is vastgesteld dat hij vanaf 1 november 2023 verdragsgerechtigd is en een verdragsbijdrage van € 407,85 per maand moet betalen. Eiser betwist de hoogte van deze bijdrage en stelt dat hij niet de tijd heeft gekregen om zijn zaken met de Franse verzekeringsinstelling, de Caisse Primaire Assurance Maladie (CPAM), te regelen. De rechtbank oordeelt dat de verplichting tot het betalen van de verdragsbijdrage dwingend is vastgelegd in de Zorgverzekeringswet (Zvw) en dat de hoogte van de bijdrage wettelijk is bepaald. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.