Uitspraak
Vaststelling van staatloosheid
Beschikking op het op 22 augustus 2024 ingekomen verzoekschrift van:
[verzoeker] ,
DE STAAT DER NEDERLANDEN,
Procedure
- het verzoekschrift, met bijlagen;
- de brief van 10 oktober 2024, met bijlagen, van de Staat;
- de brief van 31 oktober 2024, met bijlage, van de Staat;
- de brief van 27 november 2024, met bijlage, van verzoeker;
- de brief van 4 december 2024, met bijlagen, van de Staat;
- de brief van 16 januari 2025 van verzoeker;
- de brief van 26 maart 2025, met bijlage, van de Staat.
Verzoek en het advies van de Staat
primairom het verzoek af te wijzen, omdat het volgens de Staat aannemelijk is dat verzoeker de Armeense nationaliteit heeft of heeft gehad.
Subsidiairadviseert de Staat om een beslissing op het verzoek aan te houden, teneinde verzoeker in de gelegenheid te stellen om bij de Armeense autoriteiten (alsnog) een aanvraag tot verlening van de Armeense nationaliteit in te dienen.
Feiten
- verzoeker is op [geboortedatum] 1970 geboren te [geboorteplaats] , voormalig Sovjet-Unie (Azerbeidzjaanse Socialistische Sovjetrepubliek), uit een moeder van Armeense etnische afkomst ( [moeder] ) en een vader van Armeense etnische afkomst ( [vader] );
- de ouders van verzoeker zijn allebei op [datum] 1989 te [geboorteplaats] , Azerbeidzjan overleden;
- verzoeker heeft in Nederland diverse malen zonder succes asiel aangevraagd, namelijk op 25 mei 2002 en 24 november 2003
- op 9 januari 2017 heeft Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V) een zwaarwegend positief advies buiten schuld afgegeven ten aanzien van verzoeker, wat heeft geleid tot een positieve beschikking op 16 januari 2017 waarbij ambtshalve met ingang van 9 januari 2017 een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd met als doel ‘verblijf als vreemdeling die buiten zijn schuld niet uit Nederland kan vertrekken’ is verleend en het eerder aan verzoeker opgelegde inreisverbod is opgeheven;
- verzoeker is op dit moment in het bezit van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd met als doel ‘niet tijdelijke humanitaire gronden’;
- verzoeker staat in de BRP geregistreerd met nationaliteit ‘onbekend’.
Beoordeling
Wordt verzoeker als onderdaan van Azerbeidzjan of de Russische Federatie beschouwd?Verzoeker en de Staat concluderen beiden dat het niet aannemelijk is dat verzoeker ooit de nationaliteit van Azerbeidzjan of de Russische Federatie heeft verkregen. Zij baseren dit – samengevat – op de etnisch Armeense afkomst van verzoeker, de omstandigheid dat verzoeker op het moment dat de Sovjet-Unie uiteenviel niet meer in Azerbeidzjan woonde, de staatsburgerschapswetgeving in beide landen én de schriftelijke verklaringen van de Azerbeidzjaanse autoriteiten en de autoriteiten van de Russische Federatie uit 2015 en 2016.
Ambtshalve positief zwaarwegend advies buiten schuld Vladimir Araratovitsj Abramian’van 9 januari 2017 van de DT&V.