Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 juni 2025 in de zaak tussen
[eiser] , uit [plaats] , eiser, V-nummer: [V-nummer]
de minister van Asiel en Migratie (gemachtigde: mr. S. Muijlkens).
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
“Hiertoe wordt overwogen dat niet is gebleken dat u exclusief afhankelijk bent van de specifieke zorg van uw kinderen. Hoewel uw kinderen zorgtaken op zich nemen en u zelf stelt afhankelijk van hen te zijn voor mantelzorg, blijkt uit uw verklaringen dat professionele zorg mogelijk is. De door u genoemde omstandigheden zijn gebruikelijk tussen ouders en volwassen kinderen, en daarom onvoldoende om een bijzondere afhankelijkheid aan te nemen.”De minister heeft in het verweerschrift herhaald dat geen sprake is van exclusieve afhankelijkheid, omdat eiser tijdens de hoorzitting van 18 maart 2024 heeft aangegeven dat de zorg ook door professionals overgenomen zou kunnen worden.
(“Als de mantelzorg door een professioneel en door verzekering vergoed kan worden dan ga ik daar wel akkoord mee”)voor de motivering dat geen sprake is van familieleven
.De rechtbank acht daarbij ook van belang dat eiser en zijn echtgenote tijdens dezelfde hoorzitting hebben verklaard over de medische situatie van eiser en de mantelzorg die door zijn kinderen wordt verleend. Eiser heeft ook medische stukken overgelegd om de ernst van zijn situatie te onderbouwen. In het verweerschrift is naar het verslag van de hoorzitting verwezen, en is opgemerkt dat eiser afwisselend woont bij zijn vrouw en verschillende familieleden, dat eiser medische klachten heeft en dat zijn kinderen hem helpen met de dagelijkse verzorging. Deze omstandigheden zijn vervolgens echter afgedaan met de overweging dat geen sprake is van exclusieve afhankelijkheid. In het bestreden besluit (p. 5) is in het kader van de belangenafweging (die alleen betrekking zou hebben op het familieleven tussen eiser en zijn echtgenote) opgemerkt dat eiser met zijn gezinsleden in gezinsverband leeft, dat zijn kinderen zorgtaken en huishoudelijke taken voor hem op zich nemen, en dat sprake is van een emotionele band. Gelet op het toetsingskader in r.o. 5.1, lag het op de weg van de minister om deze omstandigheden te betrekken bij de beoordeling of sprake is van bijkomende elementen van afhankelijkheid. Nu de minister dit niet heeft gedaan, is sprake van een motiveringsgebrek.