3.2.Vanwege de uitspraken van de Afdelingvan 9 oktober 2024heeft verweerder in zijn verweerschrift een aanvullende motivering gegeven. Daarbij wijst verweerder op de door eiser in Griekenland opgegeven geboortedatum. Eisers verklaring dat hij een meerderjarige geboortedatum heeft opgegeven om niet te worden opgenomen in de Griekse asielprocedure, is niet afdoende. Gelet op eisers verklaring in Griekenland over zijn geboortedatum, in samenhang met alle feiten en omstandigheden, concludeert verweerder dat voldoende is gemotiveerd waarom de door eiser gestelde geboortedatum niet kan worden overgenomen.
4. Eiser stelt zich ten eerste op het standpunt dat verweerder in het bestreden besluit ten onrechte niet heeft gemotiveerd waarom verweerder de door eiser zelf genoemde geboortedatum niet volgt. Ten tweede stelt eiser dat de door eiser overgelegde documenten echt zijn bevonden en dat dit moet leiden tot aanpassing van de geboortedatum. De documenten zijn op correcte wijze verkregen. Gelet op de situatie in Syrië bevindt eiser zich in een onmogelijke bewijspositie. Tot slot meent eiser dat, als verweerder meent dat de documenten niet voldoende zijn, een leeftijdsonderzoek op zijn plaats is.
Procesbelang
5. De rechtbank beoordeelt eerst of eiser procesbelang heeft bij het door hem ingestelde beroep, omdat zijn asielaanvraag is ingewilligd. Er bestaat procesbelang bij betwisting van persoonsgegevens en daarmee ook bij betwisting van de geboortedatum. Uit een uitspraak van de Afdeling van 17 september 2003volgt namelijk dat een betrokken vreemdeling alleen daadwerkelijk over een verblijfsvergunning beschikt, als deze is verleend op basis van de juiste persoonsgegevens. Dit vindt ook steun in de rechtspraak van de Afdeling dat de beoordeling van de redenen voor asielbescherming alleen kan plaatsvinden tegen de achtergrond van de identiteit, nationaliteit en herkomst van een vreemdeling.Daarnaast kan eisers leeftijd van belang zijn bij een eventueel toekomstig verzoek om nareis van familieleden. De conclusie is dan ook dat eiser een procesbelang heeft bij de beoordeling van zijn beroep. Het beroep is ontvankelijk. De rechtbank gaat daarom over tot een inhoudelijke beoordeling van de zaak. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden die eiser heeft aangevoerd.
Motiveringsgebrek
6. Uit artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht volgt dat een besluit dient te berusten op een deugdelijke motivering. De rechtbank stelt vast dat het bestreden besluit inderdaad niet is gemotiveerd. Derhalve bevat het besluit een motiveringsgebrek. Nadien heeft verweerder wel een motivering gegeven. De rechtbank beoordeelt hierna of verweerder met de aanvullende motivering tot het bestreden besluit heeft kunnen komen.
Mocht verweerder uitgaan van de door eiser in Griekenland opgegeven geboortedatum?
7. De Afdeling heeft in de hiervoor genoemde uitspraken van 9 oktober 2024 geoordeeld dat het beginsel van wederzijds vertrouwen tussen de EU-lidstaten in het Unierecht van fundamenteel belang is, maar dat het niet van toepassing is als verweerder bij de beoordeling van de leeftijd van een vreemdeling de leeftijdsregistratie in een andere EU-lidstaat betrekt. Verweerder mag dus niet zonder meer uitgaan van de juistheid van de geregistreerde leeftijd van eiser in Griekenland. Dit betekent niet dat geen gewicht toekomt aan een leeftijdsregistratie in een andere lidstaat bij de beoordeling van de leeftijd van een vreemdeling. De leeftijd van een vreemdeling zal moeten worden beoordeeld met toepassing van het nationale bestuursrechtelijke bewijsrecht, met inachtneming van wat daarover aanvullend in het Unierecht is bepaald. Daarbij zal verweerder steeds zorgvuldig moeten onderzoeken en deugdelijk moeten motiveren welk gewicht hij aan een bepaalde registratie toekent en waarom. Ook zal hij zo mogelijk moeten toelichten waarop de leeftijdsregistratie is gebaseerd. Als aan een leeftijdsregistratie alleen een eigen verklaring van een vreemdeling ten grondslag ligt, dan zal verweerder zich moeten laten informeren over de omstandigheden waaronder deze verklaring is afgelegd. De vreemdeling zal een plausibele verklaring moeten geven voor deze afwijkende verklaring, omdat deze in beginsel afbreuk doet aan de geloofwaardigheid van zijn andere verklaringen. Verweerder zal steeds alle feiten en omstandigheden moeten meewegen bij het beoordelen van de leeftijd van een vreemdeling die stelt minderjarig te zijn.