ECLI:NL:RBDHA:2025:11768
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van eiser uit Marokko op grond van kennelijke ongegrondheid en inreisverbod
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 juli 2025 uitspraak gedaan over de asielaanvraag van eiser, afkomstig uit Marokko. De rechtbank heeft de aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond, omdat Marokko wordt beschouwd als een veilig land van herkomst. Eiser had aangevoerd dat hij in 2022 in Zwitserland de Marokkaanse koning had beledigd, maar hij heeft geen bewijs in de vorm van een video overgelegd om zijn claim te onderbouwen. De rechtbank oordeelt dat de enkele stelling van belediging niet voldoende is om asiel te rechtvaardigen.
Daarnaast is aan eiser een inreisverbod van twee jaar opgelegd. Eiser stelde dat hij verblijfsrecht had in Italië, maar de rechtbank concludeert dat hij niet heeft aangetoond dat zijn verblijfsrecht geldig is. De Italiaanse autoriteiten hebben bevestigd dat zijn verblijfsrecht is beëindigd. Eiser is niet verschenen op de zitting om zijn standpunt verder toe te lichten, wat zijn zaak niet ten goede kwam.
De rechtbank heeft ook de argumenten van eiser over het bezoek aan zijn meerderjarige kinderen in Europa verworpen, aangezien deze kinderen in Zwitserland en Italië verblijven. De rechtbank oordeelt dat het inreisverbod niet in de weg staat van het bezoek aan zijn kinderen in het land van herkomst.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiser ongegrond verklaard en hem geen proceskostenvergoeding toegekend. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen een week na bekendmaking.