ECLI:NL:RBDHA:2025:11822
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen verlenging overdrachtstermijn Dublin
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het bestreden besluit van 30 april 2025. Met dat besluit heeft verweerder de termijn voor de overdracht van eiser aan Bulgarije in het kader van de Dublinverordening tot achttien maanden verlengd. Eiser, geboren in 1995 en van Syrische nationaliteit, had op 9 oktober 2024 een tweede asielaanvraag ingediend in Nederland. Verweerder heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Bulgarije verantwoordelijk is voor de behandeling. Eiser voert aan dat het bestreden besluit niet voldoende gemotiveerd is en dat de Bulgaarse autoriteiten de overdracht niet accepteren. De rechtbank heeft het beroep op 18 juni 2025 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, maar verweerder niet. De rechtbank concludeert dat de verlenging van de overdrachtstermijn op goede gronden is gebeurd, omdat eiser doelbewust onderduikte om de overdracht te voorkomen. De rechtbank oordeelt dat het bestreden besluit voldoende is gemotiveerd en dat er geen proceskostenvergoeding wordt toegekend. Het beroep wordt ongegrond verklaard.