ECLI:NL:RBDHA:2025:11824
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toerekening van huurbetalingen en ondeugdelijke onderbouwing van huurachterstand
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 26 juni 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen de stichting Staedion en een huurder, aangeduid als [gedaagde]. De procedure begon met een dagvaarding op 10 september 2024, gevolgd door meerdere mondelinge behandelingen. Staedion vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning vanwege een huurachterstand van in totaal € 6.125,54 voor de woning en € 701,71 voor een garage. De huurder erkende een huurachterstand, maar betwistte de hoogte ervan en voerde aan dat de berekeningen van Staedion onjuist waren. De kantonrechter oordeelde dat Staedion haar vordering niet deugdelijk had onderbouwd. De rechter stelde vast dat de toerekening van de huurbetalingen door Staedion niet in overeenstemming was met de wettelijke vereisten van artikel 6:43 BW. Hierdoor was het niet mogelijk om de hoogte van de huurachterstand met voldoende zekerheid vast te stellen. De vordering van Staedion werd afgewezen en zij werd veroordeeld in de proceskosten van de huurder, vastgesteld op € 238,00.