Uitspraak
[eiser] , V-nummer: [v-nummer] , eiser/verzoeker (hierna: eiser)
voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 17 april 2025, wordt het beroep van eiser, een Poolse staatsburger, beoordeeld. Eiser heeft geen rechtmatig verblijf in Nederland en is op 3 september 2024 door de minister van Asiel en Migratie geïnformeerd dat hij binnen een maand Nederland moet verlaten. Dit besluit werd op 21 november 2024 bevestigd, maar eiser is het hier niet mee eens en heeft beroep aangetekend. De rechtbank heeft geen zitting gehouden omdat partijen daarmee instemden. Eiser heeft een zwervend bestaan in Nederland en is in aanraking gekomen met de politie. De rechtbank concludeert dat de belangenafweging van de minister niet onterecht in het nadeel van eiser is uitgevallen, gezien zijn gebrek aan economische activiteiten en het ontbreken van gezinsleven in Nederland. De rechtbank oordeelt dat de minister voldoende informatie heeft gegeven over hoe eiser zijn verblijf kan beëindigen. Het beroep wordt ongegrond verklaard, evenals het verzoek om een voorlopige voorziening. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.