ECLI:NL:RBDHA:2025:12034

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 juni 2025
Publicatiedatum
8 juli 2025
Zaaknummer
SGR 23/12, SGR 23/140, SGR 23/423, SGR 24/714 en SGR 24/1459
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omgevingsvergunning voor padelbanen en geluidscherm in Den Haag

Op 27 juni 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak over de omgevingsvergunningen voor het tijdelijk veranderen van drie tennisbanen op het tennispark WW Benoordenhout in Den Haag. De vergunninghoudster, Peakz Padel B.V., had toestemming gekregen om zes padelbanen, kooien en lichtmasten te plaatsen, evenals een geluidscherm. Omwonenden, vertegenwoordigd door verschillende eisers, hebben beroep aangetekend tegen deze vergunningen. Tijdens de zitting bleek dat partijen tot overeenstemming waren gekomen over de exploitatie van drie van de zes vergunde padelbanen, mits er een voorschrift aan de vergunning werd toegevoegd dat het geluidscherm in stand gehouden zou worden zolang deze drie banen geëxploiteerd worden. De rechtbank heeft de beroepen van de eisers tegen het bestreden besluit I gegrond verklaard en het besluit vernietigd voor zover het betrekking had op de drie niet-gerealiseerde padelbanen en het ontbreken van het voorschrift voor het geluidscherm. De rechtbank heeft zelf in de zaak voorzien door het voorschrift toe te voegen. De beroepen tegen het tweede bestreden besluit zijn ongegrond verklaard, en de eisers krijgen het betaalde griffierecht terug, maar geen proceskostenvergoeding, omdat zij daarvan hebben afgezien. De uitspraak is openbaar gedaan door rechter J. Schaaf, in aanwezigheid van griffier J.A. Klein.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummers: SGR 23/12, 23/140, 23/423, 24/714 en 24/1459
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 juni 2025 in de zaken tussen

23.23/12 en 24/1459[eiser] , uit [woonplaats 1] , eiser I

(gemachtigde: mr. J.M. Lammers),

23.140 en 24/714[eiseres] en 14 anderen, uit [woonplaats 1] , eisers II

(gemachtigde: mr. J. Geelhoed),
23/423
Stichting Van Hogenhoucklaan en Stichting SOS Den Haag,Den Haag, eisers III
gezamenlijk: eisers
en
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, verweerder
(gemachtigden: mr. V. Boender-Wiebenga).
Als derde-partij neemt aan de zaken deel:
Peakz Padel B.V.uit Amsterdam, vergunninghoudster
(gemachtigde: mr. M.S. van der Hoek).
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van eisers tegen de aan vergunninghoudster verleende omgevingsvergunningen voor het tijdelijk veranderen van drie tennisbanen op het tennispark WW Benoordenhout aan de [adres] in Den Haag door het plaatsen van zes padelbanen, kooien en lichtmasten voor de periode van tien jaar (SGR 23/12, 23/140 en 23/423) en het tijdelijk plaatsen van een geluidscherm bij de padelbanen voor een periode van tien jaar (SGR 24/714 en 24/1459).
1.1.
Met het besluit van 12 oktober 2021 (primair besluit I) heeft verweerder aan vergunninghoudster de omgevingsvergunning voor het tijdelijk veranderen van drie tennisbanen op het tennispark WW Benoordenhout aan de [adres] in Den Haag door het plaatsen van zes padelbanen, kooien en lichtmasten voor de periode van tien jaar verleend. Met het besluit van 29 november 2022 (bestreden besluit I) op de bezwaren van eisers is verweerder bij dit besluit gebleven.
1.2.
Met het besluit van 2 juni 2023 (primair besluit II) heeft verweerder aan vergunninghoudster de omgevingsvergunning voor het tijdelijk plaatsen van een geluidscherm bij de padelbanen voor een periode van tien jaar verleend. Met het besluit van 5 januari 2024 (bestreden besluit II) op de bezwaren van eisers is verweerder bij dit besluit gebleven.
1.3.
De rechtbank heeft de beroepen van eisers tegen de bestreden besluiten op 27 juni 2025 op zitting behandeld. Eiser I en zijn gemachtigde zijn verschenen. Namens eisers II zijn [naam 1] , [naam 2] en hun gemachtigde verschenen. Namens eisers III zijn [naam 3] (Stichting Van Hogenhoucklaan) en [naam 4] (Stichting SOS Den Haag) verschenen. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, vergezeld door [naam 5] . De gemachtigde van vergunninghoudster is verschenen, vergezeld door [naam 6] .
1.4.
Na afloop van zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.
Overwegingen
2. Ter zitting is gebleken dat partijen tot een overeenstemming zijn gekomen. De afgelopen tijd zijn drie van de zes vergunde padelbanen gerealiseerd en geëxploiteerd. Eisers hebben aangegeven dat zij zich kunnen verenigen met de huidige exploitatie van drie van de zes vergunde padelbanen, mits een voorschrift wordt opgenomen in de omgevingsvergunning dat het geluidscherm in stand zal worden gehouden zolang de drie padelbanen geëxploiteerd worden. Vergunninghoudster heeft aangegeven dat zij de overige drie vergunde padelbanen niet zal realiseren. Eisers en vergunninghoudster verzoeken daarom de rechtbank om bestreden besluit I gedeeltelijk te vernietigen voor zover dat ziet op de drie niet-gerealiseerde padelbanen en het ontbreken van een voorschrift bij de omgevingsvergunning dat het geluidscherm in stand zal worden gehouden zolang de drie padelbanen geëxploiteerd worden. Daarnaast verzoeken zij de rechtbank om zelf in de zaak te voorzien door te bepalen dat als voorschrift aan de omgevingsvergunning wordt toegevoegd dat het geluidscherm in stand zal worden gehouden zolang de drie padelbanen in gebruik zijn. Eisers en vergunninghoudster hebben aangegeven dat bestreden besluit II dan in stand kan blijven. Verweerder heeft aangegeven hiermee akkoord te gaan, mits hij geen proceskosten hoeft te vergoeden. Eiser I en eisers II hebben hierop aangegeven af te zien van een proceskostenvergoeding.
3. De rechtbank ziet aanleiding om de verzoeken van partijen te honoreren. Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de beroepen tegen bestreden besluit I gegrond zijn en dat bestreden besluit I vernietigd zal worden voor zover dat ziet op de drie niet-gerealiseerde padelbanen en het ontbreken van een voorschrift bij de omgevingsvergunning dat het geluidscherm in stand zal worden gehouden zolang de drie padelbanen geëxploiteerd worden. De rechtbank ziet aanleiding om met toepassing van artikel 8:72, derde lid, aanhef en onder b, van de Algemene wet bestuursrecht zelf in de zaak te voorzien door te bepalen dat als voorschrift aan de omgevingsvergunning wordt toegevoegd dat het geluidscherm in stand zal worden gehouden zolang de drie padelbanen in gebruik zijn. De beroepen van eiser I en eisers II tegen bestreden besluit II worden ongegrond verklaard.
4. Omdat de rechtbank de beroepen tegen bestreden besluit I gegrond verklaart, moet verweerder aan eisers het betaalde griffierecht in deze zaken vergoeden. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding, omdat eiser I en eisers II hebben aangegeven af te zien van een proceskostenvergoeding. Eisers III hebben geen proceskosten gemaakt die voor vergoeding in aanmerking komen.
5. De beroepen tegen bestreden besluit II zijn ongegrond. Dat betekent dat het bestreden besluit standhoudt. Eisers krijgen daarom het betaalde griffierecht in deze zaken niet terug. Zij krijgen ook geen vergoeding van hun proceskosten.
6. Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om tegen de mondelinge uitspraak in hoger beroep te gaan op de hieronder omschreven wijze.
Beslissing
De rechtbank:
-verklaart de beroepen tegen bestreden besluit I gegrond;
-verklaart de beroepen tegen bestreden besluit II ongegrond;
-vernietigt bestreden besluit I voor zover dat ziet op de drie niet-gerealiseerde padelbanen en het ontbreken van een voorschrift bij de omgevingsvergunning dat het geluidscherm in stand zal worden gehouden zolang de drie padelbanen geëxploiteerd worden;
-bepaalt dat als voorschrift aan de omgevingsvergunning wordt toegevoegd dat het geluidscherm in stand zal worden gehouden zolang de drie padelbanen in gebruik zijn;
- bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het vernietigde deel van bestreden besluit I;
-bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 184,- aan eiser I, € 184,- aan eisers II en € 365,- aan eisers III moet vergoeden.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 27 juni 2025 door mr. J. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van mr. J.A. Klein, griffier.
griffier
rechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop dit proces-verbaal is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.