ECLI:NL:RBDHA:2025:12035
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake asielaanvraag en tijdelijke bescherming Oekraïne
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 31 augustus 2022 behandeld. De rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig is, omdat partijen geen verzoek hebben ingediend om een zitting te houden. Hierdoor heeft de rechtbank het onderzoek gesloten zonder mondelinge behandeling.
De rechtbank oordeelt dat de minister van Asiel en Migratie uiterlijk zes maanden na ontvangst van de aanvraag moet beslissen. Eiser heeft tijdelijke bescherming gekregen op basis van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming Oekraïne, wat betekent dat de minister tot 4 maart 2025 de tijd heeft om een beslissing te nemen. Eiser heeft op 7 februari 2025 een ingebrekestelling ingediend, maar de rechtbank concludeert dat deze prematuur is, omdat de wettelijke beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken.
Daarom is het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank oordeelt dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden aan eiser. Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, rechter, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen vier weken na de uitspraak een beroepschrift in te dienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State als hij het niet eens is met deze uitspraak.