ECLI:NL:RBDHA:2025:12152
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag wegens ongeloofwaardige verklaringen over politieke vervolging in Marokko
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, een Marokkaanse nationaliteit, heeft op 11 maart 2025 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Dit is zijn derde asielaanvraag, na eerdere afwijzingen. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond, met als argument dat de verklaringen van eiser over de problemen van zijn broer in Marokko als gevolg van politieke activiteiten ongeloofwaardig zijn. De rechtbank heeft de zaak op 24 april 2025 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de verweerder. Eiser heeft aangevoerd dat hij vreest voor vervolging bij terugkeer naar Marokko, maar de rechtbank oordeelt dat de verklaringen van eiser inconsistent en niet onderbouwd zijn. De rechtbank concludeert dat verweerder op goede gronden heeft kunnen besluiten dat eiser geen gegronde vrees voor vervolging heeft en dat de aanvraag terecht is afgewezen. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen. Eiser krijgt geen vergoeding van proceskosten.