ECLI:NL:RBDHA:2025:12165
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsdocument EU/EER voor grootmoeder zonder verzorgende ouderstatus
In deze uitspraak oordeelt de Rechtbank Den Haag over het beroep van eiseres, een Venezolaanse grootmoeder, tegen de afwijzing van haar aanvraag om een verblijfsdocument EU/EER. Eiseres heeft een aanvraag ingediend om bij haar minderjarige kleinzoon in Nederland te verblijven. De aanvraag werd afgewezen door de minister van Asiel en Migratie, omdat eiseres niet voldeed aan de voorwaarden voor afgeleid verblijfsrecht en er geen sprake was van beschermenswaardig familieleven in de zin van artikel 8 van het EVRM. De rechtbank behandelt het verzoek om een voorlopige voorziening en oordeelt dat de belangenafweging in het nadeel van eiseres uitvalt. Eiseres heeft aangevoerd dat zij een belangrijke rol speelt in het leven van haar kleinzoon, maar de rechtbank oordeelt dat verweerder op goede gronden heeft geoordeeld dat eiseres niet als verzorgende ouder kan worden aangemerkt. De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van meer dan een normale afhankelijkheidsrelatie tussen eiseres en haar dochter, en dat de belangenafweging van verweerder niet in strijd is met artikel 8 van het EVRM. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, en het verzoek om een voorlopige voorziening wordt niet-ontvankelijk verklaard.