In deze zaak vordert eiser schadevergoeding van de Gemeente Delft na een ongeval waarbij hij met zijn auto in een gat in het wegdek is gereden. De gebeurtenis vond plaats op 24 juni 2024, toen eiser meldde dat hij met zijn Volkswagen Golf in een 'sinkhole' was gereden, wat leidde tot aanzienlijke schade aan zijn voertuig. Eiser stelt dat de Gemeente aansprakelijk is op grond van artikel 6:174 BW, dat betrekking heeft op de aansprakelijkheid voor gebrekkige opstallen, en artikel 6:162 BW, dat onrechtmatige daad regelt. De Gemeente betwist echter dat het wegdek gebrekkig was en stelt dat het gat, met een omvang van slechts 10 bij 10 centimeter, niet voldoende gevaar opleverde voor passerende voertuigen. Tijdens de mondelinge behandeling op 5 juni 2025 is eiser bijgestaan door zijn gemachtigde, terwijl de Gemeente werd vertegenwoordigd door een andere advocaat. De kantonrechter heeft geoordeeld dat eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd dat het wegdek niet voldeed aan de eisen en dat er sprake was van gevaarzetting. De vordering van eiser is afgewezen, en hij is veroordeeld in de proceskosten van de Gemeente, die zijn begroot op € 677,-.