ECLI:NL:RBDHA:2025:12284
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens vertrek met onbekende bestemming
Op 10 juli 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende de asielaanvraag van eiser, die was ingediend tegen de minister van Asiel en Migratie. De rechtbank heeft het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiser met onbekende bestemming is vertrokken en geen procesbelang meer heeft bij de behandeling van zijn asielaanvraag. Eiser had op 4 april 2025 een asielaanvraag ingediend, maar de minister heeft deze niet in behandeling genomen, omdat Oostenrijk verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. Eiser heeft op 9 mei 2025 laten weten dat hij met onbekende bestemming is vertrokken, en zijn gemachtigde heeft op 15 mei 2025 bevestigd dat er geen contact meer is met eiser. De rechtbank heeft, in overeenstemming met de vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, geoordeeld dat eiser niet langer prijs stelt op de internationale bescherming in Nederland. De rechtbank heeft het beroep zonder zitting afgedaan, omdat beide partijen toestemming hebben verleend voor deze procedure. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenvergoeding en heeft de uitspraak openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.