ECLI:NL:RBDHA:2025:12322
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Verzoekster, die een asielaanvraag heeft ingediend, is het niet eens met de niet-ontvankelijk verklaring van haar aanvraag door de minister van Asiel en Migratie. Op 13 april 2025 heeft verzoekster haar aanvraag ingediend, maar op 7 mei 2025 heeft de minister deze aanvraag niet-ontvankelijk verklaard. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 3 juli 2025 behandeld, waarbij verzoekster, een tolk, en de gemachtigden van zowel verzoekster als de minister aanwezig waren.
De voorzieningenrechter heeft in haar beoordeling aangegeven dat er inmiddels een uitspraak is gedaan op het beroep, waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom wijst zij het verzoek af. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. R. Tesfai, in aanwezigheid van mr. D.G. van den Berg als griffier, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.