ECLI:NL:RBDHA:2025:12323
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van een Gambiaanse homoseksuele man met betrekking tot zijn seksuele gerichtheid en de beoordeling door de minister van Asiel en Migratie
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 10 juli 2025, wordt de afwijzing van de asielaanvraag van eiser, een Gambiaanse man, behandeld. Eiser heeft op 7 januari 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, die door de minister van Asiel en Migratie op 11 maart 2025 als ongegrond is afgewezen. De rechtbank heeft op 3 juli 2025 de zaak behandeld, waarbij eiser, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de minister aanwezig waren. De rechtbank oordeelt dat de minister voldoende rekening heeft gehouden met het referentiekader van eiser, die homoseksueel is en in Gambia is opgegroeid, waar homoseksualiteit verboden is. Eiser heeft verklaard dat hij op jonge leeftijd zijn seksuele geaardheid ontdekte, maar de minister heeft geoordeeld dat hij onvoldoende inzicht heeft gegeven in zijn persoonlijke beleving van deze geaardheid. De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de asielaanvraag in stand kan blijven, omdat eiser niet overtuigend heeft aangetoond dat hij gevaar loopt bij terugkeer naar Gambia. De rechtbank wijst erop dat eiser onvoldoende heeft verklaard over zijn ervaringen en de betekenis van zijn homoseksualiteit in de context van de Gambiaanse cultuur. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er wordt geen proceskostenvergoeding toegekend.