ECLI:NL:RBDHA:2025:12911
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens vertrek met onbekende bestemming
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 juli 2025 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, de minister van Asiel en Migratie, had een asielaanvraag ingediend, maar deze werd niet-ontvankelijk verklaard omdat hij met onbekende bestemming was vertrokken. De rechtbank behandelde het beroep op 4 juli 2025, waarbij eiser niet aanwezig was. Tijdens de zitting werd duidelijk dat eiser op 16 juni 2025 niet was verschenen op een vertrekgesprek en op 17 juni 2025 als aan het toezicht onttrokken was geregistreerd. De gemachtigde van eiser had geprobeerd contact met hem op te nemen, maar zonder succes. De rechtbank concludeerde dat eiser geen prijs meer stelde op bescherming in Nederland, omdat hij geen contact meer onderhield met zijn gemachtigde en niet had laten weten waar hij verbleef. Hierdoor werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard en kreeg eiser geen proceskostenvergoeding. De uitspraak werd openbaar gemaakt en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.