ECLI:NL:RBDHA:2025:12934
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep van een vreemdeling die met onbekende bestemming is vertrokken
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag als kennelijk ongegrond. Eiser heeft op 20 november 2024 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. Verweerder heeft deze aanvraag op 11 december 2024 afgewezen en een terugkeerbesluit naar Kenia opgelegd, evenals een inreisverbod van twee jaar. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld. Op 16 januari 2025 heeft verweerder een aanvullend terugkeerbesluit naar Senegal opgelegd. De rechtbank heeft het beroep op 18 april 2025 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren. Na heropening van het onderzoek op 18 april 2025, heeft eiser op 22 april 2025 een 'Applicant Consent Form' ingevuld. Op 27 juni 2025 heeft de rechtbank het onderzoek opnieuw heropend, omdat eiser op 28 mei 2025 met onbekende bestemming is vertrokken. De gemachtigde van eiser heeft op 4 juli 2025 aangegeven dat het contact met eiser is verbroken. De rechtbank concludeert dat eiser geen procesbelang meer heeft bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep, omdat hij zonder bericht is vertrokken. Het beroep wordt daarom niet-ontvankelijk verklaard, en eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.