Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 2 september 2023 tot
en met 3 september 2023 te ’s-Gravenhage, althans in Nederland, door geweld of
een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid,
[aangeefster] meermalen heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer
handelingen die (telkens) bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel
binnendringen van het lichaam van die [aangeefster] , te weten het brengen van zijn,
verdachtes penis in de vagina van die [aangeefster] en bestaande dat geweld en die
bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid hieruit dat hij, verdachte,
(telkens)
- de telefoon van die [aangeefster] heeft afgepakt,
- de woning heeft afgesloten,
- het lichaam van die [aangeefster] heeft betast,
- die [aangeefster] meermalen heeft gestompt en/of geslagen,
- tegen die [aangeefster] heeft gezegd dat zij pas kon gaan wanneer zij seks zouden
hebben, althans woorden van gelijke aard en/of strekking,
- die [aangeefster] heeft vastgebonden met tape,
- voorbij is gegaan aan de verbale en non-verbale signalen van die [aangeefster] dat ze
geen seks wilde en dat haar lichaam pijn deed,
- misbruik heeft gemaakt van zijn lichamelijk overwicht op die [aangeefster] toen zij
zich fysiek verzette en/of
- een zodanig dreigende situatie heeft gecreëerd waarin die [aangeefster] zich niet
meer kon en durfde te verzetten tegen het seksuele binnendringen door verdachte
en daaraan geen weerstand meer kon en durfde te bieden;
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 2 september 2023 tot
en met 3 september 2023 te ’s-Gravenhage, althans in Nederland, [aangeefster]
meermalen heeft mishandeld door (telkens)
- met zijn vuist(en) en/of diverse harde voorwerpen meermaals op en/of tegen het
hoofd, althans het lichaam van die [aangeefster] te slaan en/of te stompen,
- het hoofd van die [aangeefster] tegen een harde ondergrond te slaan/duwen,
- die [aangeefster] aan de haren over de grond te trekken en/of slepen en/of
- met een mesje in de kuiten van die [aangeefster] te prikken;
Hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 2 september 2023 tot
en met 3 september 2023 te ’s-Gravenhage, althans in Nederland, opzettelijk [aangeefster]
[aangeefster] meermalen wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd
gehouden, door (telkens)
- de telefoon van die [aangeefster] af te pakken,
- ramen en deuren van zijn, verdachtes, woning te sluiten,
- die [aangeefster] met een snoer en/of tape vast te binden,
- de mond van die [aangeefster] dicht te tapen en/of
- die [aangeefster] te bedreigen met geweld door tegen haar te zeggen “als je niet met
me neukt dan mag je niet naar huis”, althans woorden van gelijke dreigende aard
en/of strekking.
3.De bewijsbeslissing
het hoofd van die [aangeefster] tegen een harde ondergrond te slaan/duwen”, “
met een mesje in de kuiten van die [aangeefster] te prikken” en het slaan of stompen met “
diverse harde voorwerpen”, nu dit niet wettig en overtuigend is bewezen. De verdachte ontkent deze handelingen bij aangeefster te hebben verricht en het dossier bevat onvoldoende ondersteunend bewijs voor de verklaring van aangeefster. De rechtbank acht op grond van de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting wel wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte aangeefster aan haar haren heeft getrokken.
met een snoer” en dat hij aangeefster heeft bedreigd met geweld door tegen haar te zeggen “
als je niet met me neukt dan mag je niet naar huis”. Ook ten aanzien van dit feit geldt dat de verdachte ontkent deze handelingen te hebben verricht en deze woorden te hebben geuit en bevat het dossier onvoldoende ondersteunend bewijs voor de verklaring van aangeefster. De rechtbank zal de verdachte daarom van deze gedachtestreepjes of onderdelen daarvan partieel vrijspreken.
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
8.De toepasselijke wetsartikelen
9. De beslissing
180 (HONDERDTACHTIG) UREN;
90 (NEGENTIG) DAGEN;
4 (VIER) MAANDEN;
,ten behoeve van [aangeefster] ;