ECLI:NL:RBDHA:2025:13148
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van procesbelang in jeugdhulpzaak na toekenning van persoonsgebonden budget
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 10 juli 2025, in de zaak tussen het college van burgemeester en wethouders van Rijswijk en eiseres, die optreedt als wettelijk vertegenwoordiger van haar minderjarige dochter, wordt het beroep van eiseres tegen het besluit van het college van 28 september 2023 behandeld. Eiseres had eerder op 15 september 2022 een aanvraag ingediend voor jeugdhulp in de vorm van een persoonsgebonden budget (pgb) voor begeleiding. Deze aanvraag werd op 9 maart 2023 afgewezen, maar in een later besluit van 13 juni 2024 werd alsnog een pgb toegekend voor de periode van 11 maart 2024 tot 8 augustus 2024. De rechtbank oordeelt dat het beroep van eiseres niet-ontvankelijk is, omdat het procesbelang ontbreekt. De periode waarover de aanvraag ging, is inmiddels verstreken en eiseres heeft niet aangetoond dat zij schade heeft geleden of dat een inhoudelijke beoordeling van het bestreden besluit van belang kan zijn voor een toekomstige periode. De rechtbank concludeert dat er geen belang meer is bij een beoordeling van de afwijzing van de aanvraag, en verklaart het beroep niet-ontvankelijk. Eiseres krijgt geen proceskostenvergoeding.