In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 22 juli 2025, met zaaknummer SGR 25/1555, wordt het beroep van eiser tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn bezwaarschrift behandeld. Eiser, die betrokken was bij een verkeersongeval op 28 juni 2024, heeft zijn rijbewijs moeten inleveren na een politieonderzoek naar zijn rijvaardigheid. De rechtbank oordeelt dat het bezwaarschrift van eiser te laat is ingediend en dat hij geen goede reden heeft opgegeven voor deze termijnoverschrijding. Eiser is het niet eens met de invordering van zijn rijbewijs en stelt dat de politie onterecht heeft aangenomen dat hij op de verkeerde rijbaan reed. Hij heeft echter geen bezwaar gemaakt tegen de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs, die op 20 februari 2025 is vastgesteld, omdat hij niet is verschenen voor het rijvaardigheidsonderzoek. De rechtbank concludeert dat er geen procesbelang meer is, aangezien het rijbewijs van eiser ongeldig is verklaard en hij geen rechtsmiddelen heeft aangewend tegen dit besluit. Hierdoor kan hij zijn doel, het terugkrijgen van zijn rijbewijs, niet bereiken via deze procedure. De rechtbank verklaart het beroep van eiser niet-ontvankelijk, wat betekent dat er geen inhoudelijke beoordeling van de zaak plaatsvindt. Eiser krijgt het griffierecht niet terug en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.