ECLI:NL:RBDHA:2025:13281
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf voor nareis asiel op basis van onvoldoende feitelijke gezinsband
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 7 juli 2025, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor het doel 'nareis asiel' behandeld. Eiseres, een Jemenitische vrouw, had op 14 april 2022 een aanvraag ingediend om in Nederland te verblijven bij haar echtgenoot, die ook de Jemenitische nationaliteit heeft en in Nederland verblijft met een asielvergunning. De aanvraag werd door de minister van Asiel en Migratie afgewezen op 12 maart 2024, en het bezwaar van eiseres werd op 5 februari 2025 eveneens afgewezen.
De rechtbank oordeelt dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat er voldoende invulling aan het huwelijk is gegeven en dat er geen feitelijke gezinsband bestaat. Eiseres en haar echtgenoot hebben tegenstrijdige verklaringen afgelegd over hun relatie en hebben geen objectief bewijs overgelegd om de invulling van hun huwelijk te onderbouwen. De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de mvv terecht is, omdat er geen beschermenswaardig familieleven is in de zin van artikel 8 van het EVRM. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van het aantonen van een feitelijke gezinsband in nareiszaken, waarbij verweerder de identiteit en de familierechtelijke relatie van betrokkenen beoordeelt.